HET INDISCH LEGER IN DE STATEN-GENERAAL.
Begrooting voor 1884 (2e begrooting). Memorie van Toelich
ting. Voorloopig Verslag. Memorie van Antwoord.
Kamerdebatten.
De tweede begrooting van Nederlandsch-Indië voor het dienstjaar
1884 levert, wat het leger betreft, geene belangrijke verschillen met
de eerste op. De verschillen zijn hoofdzakelijk ontstaan door het
tengevolge van het latere tijdstip van indiening, bekend worden van
nadere gegevens, die nauwkeuriger raming toelieten dan bij de eerste
begrooting 't geval was. Zoo zijn bvb. minder uitgetrokken
f 246.000 voor het materieelomdat aanschaffing van bergbatte-
rijen en achterlaad-mortierenalthans dit jaarniet behoeft plaats te
hebben
f 300.000 op de geniewerken en magazijnen, tengevolge van nadere
en juistere ramingen, bezuinigingen en het uitstellen der restauratie
van het militaire hospitaal te Willem I en der verbetering van het
gezondheids-etablissement te Kajoe-Tanam;
f 26.000 op den geneeskundigen dienst, tengevolge der opheffing
van het tijdelijk hospitaal te Batoe-Toelis
f 21.000 tengevolge van inkrimping van tijdelijk boven de for
matie gevoerd personeel
terwijl meer is uitgetrokken
f 115.000 ten behoeve van een in 1884 vermoedelijk te verwach
ten aanzienlijke vermeerdering van het Inlandsch element in het le
ger door de werving boven de formatie;
f 215.000 tengevolge van de aanmerkelijk hoogere prijzen bij de
jongste aanbesteding der levering van levensmiddelen, fourages, brand
en lichtstoffen, enz. ten behoeve van het leger te Atjeh bedongen.