251 Daar deze verschillen door de toelichtingen in de laatste kolom van het begrootingsontwerp voldoende zijn verklaard, wordt daarover in de Memorie van Toelichting verder gezwegen. Wij komen dus aanstonds tot het Voorloop ig Terslag over de be grooting door de commissie van rapporteurs uit de Tweede Kamer. Als algemeene opmerking gaat daarin vooraf de mededeeling dat verscheidene leden van meening waren dat het zwaartepunt onzer koloniale politiek op dit oogenblik vooral in de aangelegenheden van Atjeh was gelegen, en dat zij zich daarom hun oordeel over het re- geeringsbeleid in deze voorbehieldenterwijl men algemeen wenschte te weten: s Ministers inzichten over den tegenwoordigen toestand te Atjeh; idem omtrent de te volgen gedragslijn aldaar; eene onomwonden uiteenzetting, zoo noodig in comité-generaal, van de tot dusver niet bekend geworden feiten, welke de Minister om trent Atjeh aan de Kamer zoude kunnen mededeelen de inzichten van den nieuwen Landvoogd, die vóór de aanvaarding zijner betrekking een kortstondig bezoek aan Atjeh gebracht had; de beginselen die de staatkunde van Atjeh zouden beheerschen de vruchten der expeditie tegen Tenorn; de laatste berichten omtrent de Nisero het standpunt der Regeering in de zaak der Nisero. Men ziet, de Kamer was nog al nieuwsgierig uitgevallen en gaf den Minister alle gelegenheid tot het doen van onthullingen omtrent teiten en beginselen. Voorat omtrent de laatste weet men in de Kamer gaarne waaraan men zich te houden heeft; men heeft dan meer vat op een Minister en als hij zich eens hier en daar tegen spreekt, wat bij zoo'n uitgebreid programma licht mogelijk is, dan slaat men zooals de onlangs gevallen marine-minister Geerling het figuurlijk en juist uitdrukte een haak aan hem en beschuldigt hem van inconsequentie of, o gruwelvan beginselloosheid. De beginsel loosheid eenmaal behoorlijk geconstateerd zijnde, is de Minister reeds ten halve een verloren man, want in Nederland geldt voor de tegen woordige meerderheid in het parlement meer dan elders het wacht woord: Vivent les principes, périssent les colonies!

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 264