15 opstel, de velddienst van den Majoor van Rees te verbeteren en te completeeren met al datgene waarvan de kennis noodig is, zooals overtuigend gebleken of stellig te voorzien is. Zonder iets te kort te willen doen aan de waarde van dat werk vermeenen wij toch, dat het. minder aan de eischen voor een voor schrift op den velddienst voldoet. Het handelt voor het meerendeel over de tactiek. De schrijver zelf erkent dit in de inleiding, waar hij zegt: „Wij stellen ons voor hare (van de infanterie sprekende) „voornaamste verplichtingen, benevens die der andere wapens te velde „te schetsen, om daarna de vechtwijze eener samengestelde colonne „in verschillende omstandigheden te behandelen." Het Voorschrift op den velddienst daarentegen „strekt tot leid draad, zoowel bij het onderricht, als bij de uitvoering van die tac tische handelingen, waarbij de troepen nog niet onder het onmid- „delijk bereik van den vijand zijn, doch die ten doel hebben, om „hen onder de meest gunstige voorwaarden met hem in aanraking „te brengen of hiervoor te behoeden." Oogenschijnlijk bestaat er in die boeken een groot verschil van opvatting. In de werkelijkheid is dat verschil betrekkelijk gering, wanneer alles, wat tot de tactiek behoort, buiten beschouwing wordt gelaten. Om dit aan te toonen laten wij de inhoudsopgave van beide werken hier volgen. Velddienst van Van Rees. le Afdeeling A. Marschen. B. Bivaks en kampementen. C. Voorpostendienst. D. Verkenningsmiddelen. E. Velddienst der artillerie cavalerie en sappeurs. Voorloopig Voorschrift op den velddienst. Hoofdstuk I. Het terrein, id. II. Marschen. id. III. Legering van troepen (kampen, kantonnementen en bivaks). Hoofdstuk IV. Veiligheidsdienst verdeeld in marschveiligheidsdienst en voorpostendienst. Hoofdstuk V. Kondschapsdienst.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 26