270
te stellen, omdat wij bekend waren met het beginsel, dat bij de
samenstelling had voorgezeten.
Dit nu wordt door den beoordeelaar afgekeurd, terwijl hij in zijn
critiek, door hier en daar een boertigen toon aan te slaan, de lachers
op zijne zijde heeft trachten te krijgen en hij ons ten slotte waan
wijsheid ten laste legt omdat wij, daartoe genoopt door zijne wijze
van beoordeelen, onze opinie eenigszins sterk uitgedrukt en bewijzen
geleverd hebben. Is hier, vragen wij, niet met twee maten gemeten
Overigens houde de beoordeelaar ons de opmerking ten goede, dat
die rangschikking onder de waanwijzen, hoewel zij slechts zijdelings
werd geuit, niet wel overeen te brengen is met het op bladz. 622
omtrent ons uitgesproken gevoelen en gelieve hij de verzekering te ont
vangen, dat wij in den beoordeelaar het streven loven om, zooals wij
reeds op bladz. 35 zeiden, „opmerkingen te leveren, waarvan partij
„kan worden getrokken tot aanvulling en verbetering van dat voor
schrift". Zulks belette evenwel niet, dat wij, onbekend met den
beoordeelaar, de toelichtingen op de bemerkingen hebben verschaft,
echter zonder eenige bedoeling tegen den persoon, en dus ook zonder
op hem „zoo bijster verstoord te zijn" als hij zich voorstelt.
Bij de aanvaarding van de taak, waartoe de k. d. i. ons noopte,
stelden wij ons ten doel ons te bepalen tot de wederlegging der be
merkingen. Het voorafgaande is daarmede in strijd, doch wij werden
daartoe gedwongen, doordien de beoordeelaar ons beweegredenen toe
schreef, welke niet bestaan. De lezer houde ons die afwijking ten
goede. Overigens zullen wij ons bepalen tot de behandeling van de
punten, welke van nut kunnen wezen bij de herziening of omwerking
van het Voorschrift.
4. In onze repliek zeiden wij dat in deze paragraaf van het
Voorloopig Voorschrift het woord „helling" gebruikt was in denzin
van „helling van den weg" en in de Terreinleer als synoniem van
„zijden, wanden, glooiingen".
De beoordeelaar maakt daaruit de gevolgtrekking dat, aangezien
in deze van het Voorschrift het woord „weg" niet voorkomt, ook
niet gedacht kan worden aan een weg.
Als toelichting op het woord „helling" gaven wij een voorbeeld
en deelden mede, dat het woord gebezigd was in den zin van „hel-