285 worden gehecht van het gezag aan den gepensionneerden kolonel Diepenbvoek, dan aan dat van den gepensionneerden majoor Kielstra Nog sterker blijktvolgens den lieer K., mijn gemis aan algemeene kennis der Atjehsche toestanden enz. uit mijne afkeuring der linie van étappen posten in de XXII Moekims. Hetgeen dienaangaande door den heer K. wordt gezegd, getuigt mijns inziens almede niet erg voor logisch denken, en evenmin voor onpartijdig oordeelen, op grond van plaatselijke waarneming en nauwkeurige onbevooroordeelde bestudeering der geschiedenis. De heer K. merkt op, dat ik die posten schijn te beschouwen als eene soort van herbergen, en vergeten te zijn, dat de generaal Yan der Heijden, in Juli 1878 van Lambaroe oprukkende, door regens, door de zorg voor aanvoer van munitie en voeding en door 's vijauds tegenstand zoozeer werd opgehouden, dat men eerst in Maart 1879 Indrapoeri kon bereiken. Hu, zegt hij, wordt de weg van Lambaroe door étappen posten bewaakt en kunnen wij hem in weinige uren afleggen. Hij schijnt echter zelf vergeten te zijn, dat toen de gene raal Yan der Heijden in Juli 1878 van Lambaroe oprukte er geen plan bestond op doordringen naar Indrapoeri. „Het plan was" (ik copiëer uit het Koloniaal Yerslag van 1879 bladz. 6) „om zoo snel „mogelijk met twee colonnes over Senelop naar Montassik en „met eene derde colonne naar het daartegenover aan den linker „oever der rivier gelegene Anagaloeng door te dringen, terwijl eene „reserve colonne in Lambaroe op beide oevers post vatten zou." Dat operatieplan was den 28 Juli ten uitvoer gelegd. De ver wachte onderwerping volgde echter niet, integendeel de vijand nes telde zich weder in de streek welke wij waren doorgetrokken, trach tende langs beide oevers de communicatie tusschen Lambaroe en de bivaks te Montassik en Anagaloeng te bemoeilijken. Dit leidde tot het zenden van nieuwe troepen, ook met het oog op verdere operatiën. Maar tot den tocht naar Indrapoeri werd eerst besloten in overleg met Habib Abdul Rachman, die zich den 13den October 1878 voorwaarts dringen zou hebben goedgekeurd? Bij inzage van mijn stuk zal de heer K. zien, dat ik daartegen reeds toen, ten sterkste waarschuwde. Kroeng Raba, met Boekit Seboen als tuschenpost, wil ook kolonel D. behouden,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 298