286 onderwierp, dus na die dagteekening, dit staat duidelijk op bladz. 8 van het Koloniaal Verslag van 1879 te lezen. Toen was derhalve twee en een halve maand beschikbaar geweest tot den aanvoer van vivres. En al is het waar, dat de uitvoering van het, in overleg met den Habib beraamde plan om tot Indrapoeri door te dringen, daarna werd uitgesteld om de ongunstige weersgesteldheid even waar is het, dat toen men op den 23 Maart 1879 overging tot het openen van den veldtocht, de weersgesteldheid nog even ongunstig was, (1) waaruit bleek dat het niet precies noodig was geweest, zoo lang op het goede weder te wachten, en zulks vooral niet, omdat men, trots die ongunstige weersgesteldheid, en niettegenstaande er nog geene étappe posten waren, toch binnen twee dagen in het bezit van Indrapoeri was. Zonder étappe posten binnen twee dagen te Indra poerien thans soms weken verloopende alvorens men besluit om weder door te dringen. Wat kan beter worden aangevoerd, om aan te toonen dat de étappe posten die de heer. K. zoo prijst, in stede van voordeelig, nadeelig gewerkt hebben? Wat? Niets beter dan de hierachter voorkomende bijlage B, op grond van officiëele bescheiden stavende wat die étappe linie ons sedert 1 Januari van dit jaar (ik spreek niet van vroeger) heeft gekost, ten einde de gemeenschap te kunnen onderhouden en de posten te kunnen proviandeeren. En wel verre dat de voorspelling van den heer K. in zijne voordracht, dat men de étappes lang zamerhand grooter zou kunnen maken, en ze van zes paal, die hij stelde dat ze thans van elkander liggen, verder van elkander zou kunnen brengen, heeft men onlangs den post Samagani moeten op richten, waardoor ze, rekenende van Lambaroe tot Djerir in stede van als vroeger 2,75 K. M., (niet gelijk de heer K. stelde 6 paal 9,042 K. M.) 2,4 K. M., en rekenende, zooals 't eigen lijk behoort, van Anagaloeng tot Djerir, in stede van als vroeger 20 K. M. slechts 1,94 K. M. nog geen 1^ paal, van elkander liggen. Het behouden der op strategische gronden af te keuren operatie- lijn Anagaloeng-Djerir is eene ramp geworden voor het Indisch leger. (1) Telegram van den Gouverneur van Afcjeh dd. 21 Maart 1879. „Weersgesteldheid ongunstig dagelijks regen." Idem 26 Maart 1879 „Ondanks ongunstige weersgesteld heid operation in XXII Moekims hervat.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 299