301 10°. Beproeving van bij den artillerie-constructiewinkel te Soerabaja vervaardigde ringgranaten en granaatkartetsen tot 7 cM. Afdeeling- C. behelst proeven en mededeelingen van verschillenden aard. 1°. Beproeving van Australisch leder. Deze proeven werden voortgezet met vier nieuwe monsters uit Australië ontvangen, welke op eene andere wijze bereid waren. Daar er aan de duurzaamheid van het Australisch leder getwijfeld werd, werd het harnachement, uit dit leder vervaardigd, gedurende één jaar aan eene conservatieproef onderworpen en bovendien proefharnachementen bij de 3° compagnie te Soerabaja in gebruik gegeven. Op het einde van 1881 was men tot de overtuiging gekomen, dat het Australisch leder ongeschikt is voor staande voorwerpen, voor stang- en trensstooton, stijgbeugelriemen en poetszakken; dit werd toegeschreven aan het nog steeds te ruim gebruik maken van vet en traan bij de berei ding en aan eene te snelle bereidingswijze. De conservatieproef had het leder met glans doorstaan. In beginsel werd alsnu aangenomen, dat het gebruik van Inlandsch leder regel zou blijven en alleen bij gebrek aan dit, bij den Artillerie-Constructiewinkel van Australisch leder gebruik ge maakt zal worden, behalve voor het vervaardigen van de voorwerpen hiervoren genoemd. 2°. Invoering van een vereenvoudigd stelsel van tempeerzundertjes voor de puntgranaten van 12 en 16 cM, 3°. Beproeving van muildieren bij de bergbatterijen. In beproeving werd gegeven een draag-tevens trektuig, model 1879, voor muildieren, hebbende een gewicht van 22 K. G., dat beter voldeed dan een gewijzigde Fransche draagbok, wegens het mindere gewicht en de eenvoudiger samenstelling; voor het vervoer van het materieel van het stalen berggeschut waren er eenige wijzigingen in aangebracht geworden. Eene duidelijke beschrij ving en schetsen van dit draag-trektuig zijn bij het B. O. gevoegd. Bij het vervoer van een compleet uitgerust stalen bergstuk wordt dit in drie lasten verdeeld: 1°. het kanon met mondstop en kulasovertrek; 2°. de affuit met smeerputs en aanzetter; 3°. het kistje met voorraadstuk- ken van den vuurmond, de raden, lamoenberrie, schop, wisscher, 2 hand- boomen en 2 ophoudreepen. Met inbegrip der draag-trektuigen wegen deze lasten respectievelijk 130, 136 en 120 K.G. Het plaatsen van den last dwars op den rug van het lastdier wordt wenschelijker geacht dan in de richting der lengte, ofschoon dit laatste mogelijk moet blijven voor het passeeren van zeer enge défilé's. Bij geoefende manschappen is de opgeladen vuurmond in 3 minuten

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 314