303 it Ten aanzien van de voorkeur aan de Chineesche of Syrische muildieren te schenken werd gemeld, dat beide soorten elkander weinig ontloopen; beiden zijn mak, kalm bij het vuren, vrij gewillig en trekken even goed; in het dragen winnen het echter de Chineesche en daar deze bovendien goedkooper en in voldoend aantal op gemakkelijke wijze verkrijgbaar zijn, werd voor volgende aankoopen het Chineesche muildier aanbevolen. 4°. Beproeving van kardoeszijde. In beproeving werden genomen kardoes- zakken van zijde bij het veld- berg- en kustgeschut. Het behoud der saaien kardoeszakken werd wenschelijk geacht. 5°. Invoering van een gewijzigd model van kartetsen tot 8cM. Berg. Daar het herhaaldelijk voorkwam dat de kartetsen tot 8 cM B. in den vuurmond niet verbrijzelden, werden proeven genomen met een model gewijzigd voor de met de stalen proef batterij en uitgezonden kartetsen, welke zoo gunstig uitvielen, dat deze kartets van model verklaard en bij de artillerie werd ingevoerd, echter niet voor de 8 cM Veld. Die kartetsen bestaan uit een blikken buiten- en een zinken binnenwand de binnenwand wordt gevormd door 3 losse, volgens de beschrijvende lijn aan elkander sluitende segmenten en dient, om het schommelen der los in de bus op gestapelde zinken kartetskogels bij vervoer minder op de buitenbus te doen werken, tengevolge waarvan deze laatste zeer licht gemaakt kan worden. De kartets heeft voorts een lossen dikken compositie bodem met inzinkingen voor de onderste rei kogels en een los zinken deksel, over welke beide de opstaande randen van de blikken buitenbus heen geplooid zijn. Een tabel, aangevende de resultaten verkregen met deze kartets op afstanden v/m 400 t/m 200 pas tegen infanterie-fronten is in het B. O. opgenomen. 6°- Het aanbrengen van een windwerktuig aan den vestingbok. 7°. Wijzigingen in het paardetuig aangebracht. In het paardetuig voor draagpaarden ondergingen de broeken, omloopers en staartriemen eene wijziging. 8°. Proeven met verschillende houtsoorten, Vergelijkende proeven werden genomen omtrent de doorbuiging van djattie-walikoekon- en am- ballonhout en de sterkte der handspaken van deze houtsoorten vervaardigd. Ofschoon de inferioriteit van de 1°. in vergelijk met de 2°. en van deze met de 3". houtsoort bewezen werd werd om financieele redenen aan het djattiehout voor het maken der handspaken de voorkeur gegeven, die echter eene kleine wijziging ondergingen. 9 Ongeluk ontstaan bij het ontledigen van patronen scherpe tot achter- laadgeweren ld. kal. Vermoedelijk' ten gevolge van het peuteren met

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 316