308
boodschap. Wij zijn het geheel eens met de conclusie van den schrijver
van bedoeld opstelhet wegnemen van den paltoestel is niet alleen wensche-
lijk, maar zelfs noodzakelijk, omdat het gebruik er van niet zonder gevaar,
de toestel onpractisch en volkomen onnoodig is en bovendien niet aan
het doel voldoet.
Het verslag bevat verder afbeeldingen van het materieel door de Inspectie
der draagbare wapenen ontworpen, tot het houden van kamerschietoefenin
gen, waarbij de man van zijn eigen geweer kan gebruik maken en het
verstrekken van afzonderlijke geweren voor die oefeningen dus onnoodig
zou zijn. Het groote verschil met het thans in gebruik zijnde bestond
hierin, dat kogel en slaghoedje niet vereenigd waren, maar de kogel eerst
in den schietcylinder gebracht werd en vervolgens met den laadstok naar
achteren werd gebracht, tot hij stiet tegen de ligplaats van het slaghoedje.
Daarna werd het slaghoedje met behulp van een hefboom in den cylinder
gebracht en na het vuren, met behulp van denzelfden hefboom, waarin
een mes was dat in het slaghoedje gedrukt werd, verwijderd. Dit materieel
voldeed echter bij de proeven niet, waarom besloten werd dat, hetwelk
in Nederland bij de kamerschietoefeningen gebruikt wordt, in te voeren.
Yerder maakt het verslag melding Yan het invoeren der aehterlaadkara-
bijn en van den revolver bij de cavalerie en de proeven met den hard-
looden kogel genomen in vergelijk met den looden kogel Y. M., waarbij
de eerste, zooals blijkt uit de medegedeelde uitkomsten, verre in het
voordeel is, wat de trefkans betreft. Ook werden proeven genomen om
de revolverpatronen, welke uit Nederland ontvangen waren, te vervangen
door dergelijke, gevuld met eene grootere lading Indisch buskruit N°. 3
en daarmede gepaard gaande verlenging van de hulsde proeven daarom
trent duurden voort.
Ten slotte lezen wij, dat op het einde van 1880 alle korpsen schutterij,
uitgezonderd die van Timor en Gorontalo, bewapend waren met achterlaad-
geweren kl. kal.; ook de detachementen pradjoerit's op Java waren op het
einde van 1881 van die geweren voorzien.
