312 moet worden geacht waar het Crimineel "Wetboek zulks uitdrukkelijk heeft gewild en bepaald, derhalve het alleen geldt ten opzichte van de bepaalde in genoemd Crimineel Wetboek opgenoemde misdrijven, als die bij de artikelen 112, 113, 125, 164, 197, 198 en 208 zijn omschreven. Overwegende, dat die bepalingen aangaande medeplichtigheid aan mi litaire delicten van exceptionneelen aard zijn, zij op de meest strikte wijze moeten worden verklaard en toegepast, derhalve eene analogische uit breiding in casu ongeoorloofd is. Overwegende, dat ook de artikelen 24 en 25 van het Wetboek van Strafrecht voor Europeanen in Nederlandsch Indië betreffende medeplich tigheid, op militaire delicten evenmin van toepassing zijn, daar die mede plichtigheid betrekking heeft op burgerlijk strafrechterlijke vergrijpen, welke bij artikel 5 van het Wetboek van Strafrecht voor Europeanen in Nederlandsch Indië zijn opgenoemd en bedoeld. Overwegende dat de aan beklaagde ten laste gelegde feiten bij geen enkele bepaling van eenige wet met straf zijn bedreigd, beklaagde alzoo van alle rechtsvervolging moet worden ontslagen. Gelet op artikel 181 van het Reglement op de Rechtspleging bij de Landmacht. Rechtdoende In Naam en van wege den Koning! Ontslaat den in hoofde dezes genoemden beklaagde S. van alle rechts vervolging, met bevel dat hij onmiddelijk op vrije voeten zal worden gesteld, ten ware hij om andere redenen in hechtenis behoort te verblijven. Veroordeelt den Lande in de kosten der procedure. Beveelt de teruggave van de als stukken van overtuiging gediend hebbende voorwerpen aan den eigenaar of daarop rechthebbende. Aldus gedaan en gewezen te Willem Iop heden Zaterdag den zes tienden December 1800 twee en tachtig. Het Hoog-Militair-Gerechtshof van Nederlandsch-Indië, Gezien het vonnis van den krijgsraad te Willem I, van den 16en De cember 1882, waarbij S. algemeen stamboek Nooud.jaren, geboren telaatstelijk dienende als fuselier bij de. compagnie van hetba taljon infanterie te Djocdjacarta, is ontslagen van alle rechtsvervolging, met bevel dat hij onmiddelijk op vrije voeten zal worden gesteld, ten ware

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 325