314 Daar de vraag, of medeplichtigheid aan een misdrijf door toepassing van art. 17 C. W. als het misdrijf zelf kan worden gestraft, geen practi- sche waarde meer heeft, doch slechts uit een zuiver juridisch oogpunt interessant kan blijven, hebben wij gemeend die vraag, die wij anders ontkennend zouden beantwoorden, thans huiten beschouwing te kunnen en mogen laten. M. Toepassing van artikel 14 van het Kon. besluit van 13 October 1882. De heer S. B. komt in No. 5 van ons tijdschrift op uiterst wel willende wijze in verzet tegen ons beweren, dat de regeling der bijko mende straf van plaatsing in de 2de klasse, zoo als die thans na de cir culaire van den advocaat-fiscaal geschiedt, niet in alle opzichten den toets van recht en billijkheid kan doorstaan. Hij vindt de door ons gemaakte opmerking wel juist en geeft dus toe, dat op die wijze van twee personen, een zelfde misdaad bedrijvende, juist de meest strafwaardige het minst gestraft wordt, acht echter toch het straffen van iemand, die door zijn slecht gedrag reeds in een strafeur- sus geplaatst was, met verdere plaatsing in de 2de klasse, hetgeen dus in dat geval verlenging van den daarin door te brengen tijd beteekent, een absurditeit, omdat, als de man soms reeds te Ngawie of Klatten t'huis behoorde, hij alsdan door de toepassing daarvan in een betere conditie zoude komen (even alsof dit bij zijn tijdelijk verblijf op Pontjol ook al niet gedeeltelijk het geval ware) en vraagt tevens of het wel mogelijk zoude zijn eene betere regeling te treffen. Ons antwoord daarop kan kort zijn en luidt: ja! zeer zeker!! Men kan dit zelfs op drieërlei wijzen doen en wel: le. voeg de bijkomende straf bij des delinquents door zijn liederlijk gedrag zich vroeger reeds berokkend quantum klas en laat hem eerst zijn oude en dan zijn nieuwe portie uitdienen; met dat uitschot van het leger geen misplaatste genade en goeder tierenheid 2e. Provoceer een grooter maximum van straftijd of de bepaling, dat evenals bij het algemeen recht bij recidive een derde verhooging kan gegeven worden. 3e. Laat bij circulaire de toepassing van de bijkomende straffen voor allen afradenom een, door geen philantropisch- sophistische beschou wingen te rechtvaardigen, meten met twee maten te voorkomen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 327