319 Artillerie en Wapenleer. Tactiek. 6. Verklaar de verschillende teekens, welke op de U voorgelegde kaart voorkomen. 7. Hoe is men, bij het carteeren van topographische opnemingen met boussole instrumenten, welke natuurlijk alleen het magnetisch Noorden aangeven, aan de rich ting van den geographischen meridiaan gekomen 8. Hoe heeft de bepaling van het ware Noorden in streken waar zoodanig primair of secundair driehoeksnet nog niet is bepaald, plaats? 1. Welke vuurmonden worden in Indië voor de kustverdediging gebruikt, welke projectielen bezigt men daarbij, tegen welke doelen cn op welke afstanden kan men met die verschillende projectielen nog goede uitwerking verwachten? (40 minuten). 2. Eene korte beschrijving van de bij de bergbatterijen ingedeelde vuurmonden, van de daarbij in gebruik zijnde projectielen, de aanwending en uitwerking daarvan. (30 minuten). 3. Eene beschrijving van de buizen die bij de granaten van het Indisch geschut worden gebruikt. (30 minuten). 4. Het uit elkaar nemen en ineen zetten van den revolver (met alles wat daarbij in acht valt te nemen). (40 minuten). 5. Eene volledige beschrijving van den loop, benevens de verklaring der werking van den sluittoestel der achterlaad-karabijnen. (40 minuten). 1. Wat moet de instructie, aan een veldwacht-coinmandant te geven, bevatten? uur). 2. Beschrijf het karakter van het tegenwoordige cavalerie-gevecht. (-| uur). 3. Welke zijn de grondregels voor het gevecht der artillerie? (-| uur). 4. Van eene colonne ter sterkte van twee bataljons infanterie, twee sectiën berg- artillerie, een halve compagnie genietroepen en de noodige koelies, welke den 16 Juni ten 5 uur n. m. bij Kassoe-Malang een bivak betrekt, wordt eene Europeesche com pagnie ter sterkte van 130 bajonetten, waarbij zijn ingedeeld 2 mortieren, 15 man genietroepen en 16 koelies voor het dragen van tandoe's en reserve-munitie, uitge zonden om de brug over de ondoorwaadbare Tji-Ponegara nabij Gardoe Panegara te bezetten, aangezien den volgenden dag de colonne haren marsch naar Kampong Tji- Salak langs den grooten weg moet vervolgen. Yan den geest der bevolking is men niet verzekerd; volgens spionnenberichten zoude zij zelfs in opstand zijn. Wordt gevraagd eene zoo volledig mogelijke beschrijving van de wijze, waarop do commandant dier compagnie naar de brug marcheert, en van de maatregelen, die hij neemt ter voldoening aan zijne opdracht. (1 uur). N. B. Bij deze vraag werden de aspiranten voorzien van de overzichtskaart en de bladen A I, A II, B II en B III der krijgsspelkaart van een denkbeeldig terrein. 5. De kampong Tji Salak is door een ons vijandig gezind hoofd sterk, en de kamp. Djatti en Sankali (Zuidwaarts van de kali Karoengan gelegen) zijn zwak bezet. De kampongs Sankali, noordwaarts van de Tji-Salak, Bab Sankali en Bab Nja Lin- dong zijn door de bevolking verlaten. Bekend is dat de Tji-Salak en Tji-Hidoeng doorwaadbaar zijn, de kali Karoengan echter niet. De brug over de kali Karoengan is niet onbruikbaar gemaakt. Aan den commandant eener colonne, sterk 1 bataljon infanterie, 1 sectie berg-ar- tillerie, een sectie genietroepen en de noodige koelies, wordt opgedragen de kampong Tji-Salak te nemen. Ten 9 uur v. in. is de spits der colonne aangekomen op het punt, gelegen 200 M. oostwaarts van den Zuid-oostelijken hoek van kg. Bab Nja Lindong,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 332