324 Project voor een Duitsch Koloniaal Leger. In No. 30 van de" Duitsche „Allgemeine Militar-Zeitung" wordt de vraag behandeld: Hoe komen wij aan soldaten voor onze koloniën? Het antwoord daarop luidt Holland behoeft, tot beveiliging van zijn Indisch rijk, 30000 man, waaronder 15000 Europeanen, eene verhouding die bijna in alle geregelde koloniale legers tot stand is gekomen. Wij Duitschers kunnen dus met 10000 man voor de eerste honderd jaren wel volstaan. Nemen wij nu ginds een tweejarigen diensttijd aan zelfs Holland moet zich bij een groot deel zijner Indische troepen met tweejarigen in stede van met zes jarigen diensttijd vergenoegen, en zocht het gewenschte langere verband door re-engagementen te verkrijgen dan zoude eene jaarlijksche recru- teering van 5000 man noodig zijn. Hoe die nu te krijgen? Het voorstel tot vrijwillige werving hebben wij reèds elders getracht te wederleggen; hier zij nog slechts gewezen op het weinig vertrouwbaar en moeielijk te disciplineeren karakter van vrijwillig geworven troepen, zelfs wanneer men niet bij zijn buurman gaat recruteeren en daardoor nog bovendien nationale gevoeligheid opwekt. Ons voorstel is zeer eenvoudig; aan de manschappen der jaarlijksche lichting stelle men zonder uitzondering de keus, 2 jaren ginds in plaats van 3 jaren hier te dienen. Men zal dan, naar ik vertrouw, eerder te veel dan te weinig manschappen verkrijgen. Mocht dit echter niet het geval zijn, dan vergunne men onze meer dan 1000 bataljons en escadrons, per jaar 5 man, die te dom of te geslepen zijn voor een Duitsch soldaat, na hun eerste dienstjaar voor de verdere 2 jaren naar het koloniale leger te zenden. De korpsoommandanten zouden dezen maatregel ongetwijfeld met ge noegen zien invoeren. In hoever men dan nog oudere vrijwilligers kan toelaten, moet het hier aanwezige departement voor de koloniale troepen beslissen. Het gevaar dat men alleen lieden van de tweede soort ver krijgt is in elk geval niet groot. Nog gemakkelijker is de zaak met betrekking tot het te vormen offi ciers-korps. Ik geloof niet dat eene kleine verbetering der promotie bij ons met leedwezen begroet zoude worden. Evenmin als thans de En- gelsche officier het eene schande of een ongeluk acht het eene jaar naar Indië en het volgende naar Zuid-Afrika gezonden te worden, evenmin zal bij ons eene tijdelijke overplaatsing bij het koloniale leger op den duur onwelkom zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 337