342
na zijne aankomst den vijand al eenigen schrik baarde.
Ongeveer eene week later nam die schrik nog toe. Want den
25sten Mei 1682 lieten De St. Martin en Tack hunne geheele macht
in den vroegen morgenstond buiten de grootendeels verwoeste stad
Bantam rukken „om het velt rontom Bantam wat te openen ende
„de vijanden te vernestelen". Jonker en de kapitein der Maleiers
vormden met hunne troepen den rechtervleugel (eigenlijk de voor
hoede); achter hen volgde „de bataille", bestaande uit 3 compag-
niëen Europeanen onder bevel van kapitein J. Michielse, met 3 com
pagnieën Balineezen aan weerszijdenaan dezen sloot zich aan de
baggage, ammunitie, enz. onder bevel van den treinmeester, J.
Leeman, met eene compagnie hand-grenadiersen eindelijk kwam
„de arrier-guarde", 3 compagnieën Europeanen onder bevel van den
luitenant N. Feijt.
Toen deze macht in het open veld, „dight aan de 2de dziambaan-
gon," (1) was opgesteld, kregen Jonker en de kapitein der Maleiers
last zoo dicht mogelijk, zonder ontdekt te worden, „onder deselve te
kruijpen en met het roeren van de trom aen te vallen." Dit ge
lukte bij het aanbreken van den dag, doordien Jonker den vijand,
die geen tegenstand bood, uit dien post verjoeg.
Onmiddelijk rukte nu het leger voort tot aan de pagger Marka-
sana, ongeveer eene halve mijl bezuiden de hoofdplaats Bantam ge
legen, welke pagger het leger te gelijker tijd aan de oost- en
west-zijde aanviel. Hardnekkig verdedigde zich de vijand tegen
Jonker's brigade, „die sich wel, maar de Maleijers doorgaans seer
lafhartigh betoonde." De volgelingen van den ex-Sultan vermochten
echter niet de hun toevertrouwde veste tegen den aanval eener zoo
groote overmacht te verdedigen. Zij sloegen op de vlucht en werden
met verlies van verscheidene dooden tot aan den Goenoeng Pinang
achterna gezeten.
Het Nederlandsche leger keerde daarop naar Markasana terug,
deels om wat uit te rusten, deels om de omliggende negorijen te
verbranden.
Later op den dag trok kapitein Tack wederom uit Markasana
met twee compagnieën Europeanen en even zoovele compagnieën
(1) Djambatan.