NIEUWE REGLEMENTEN YOOR DE INFANTERIE
Bij den rusteloozen arbeid, om de exercitiereglementen telkens en
telkens te herzien, ten einde ze steeds te doen beantwoorden aan de
hedendaagsche eischen der oorlogvoering, heeft het wapen der infan
terie bij het Nederlandsche leger zich in den loop van dit jaar ander
maal met een vijftal nieuwe reglementen begiftigd gezien.
Mag bij de zorg, waarmede men dien arbeid in Nederland
pleegt te verrichten, het overtollig heeten aan te stippen, dat zoo
niet alle, dan toch verreweg de meeste veranderingen, tevens verbete
ringen zijn, voorzeker zal ook voor de infanterie van het Indische
leger menige wijziging aan te bevelen zijn, die nu dezer dagen als
„militaire nouveauté" hier te lande is ingevoerd.
Het is op grond hiervan, dat wij vermeenen een nuttig werk te
doen, met mede te deelen, welke veranderingen al zoo bij het Neder
landsche leger te dien opzichte kracht van wet verkregen hebben.
Achtereenvolgens zullen wij de navolgende reglementen ter sprake
brengen
I. De Becrutenschool.
II. De Compagnieschool.
III. De Bataljonsschool.
IY. Het Voorschrift op het tirailleeren.
V. Het Voorschrift op den Pionier arbeid.
Als algemeene opmerking geldt, dat zooveel mogelijk de voor het
herinneringsvermogen van het kader zoo lastige centimeters en
decimeters geweerd zijn, om die te vervangen door halve en geheele
handbreedten, en in het pionierreglement ook door schoplengten en
schopbreedten, geweerlengten als anderszins.
Daar een gewone handbreedte geacht wordt te zijn één decimeter,
spreekt men naar die verhouding thans van een halve, een heele of
anderhalve handbreedte.