353
Vóór den aanvang van het vuur duidt de compagnies-commandant
in den regel het doel aanbij het salvovuur echter ook de vizierstel
ling. Doet hij zulks niet, dan geschiedt het door de sectie- (pelotons)
commandanten ieder voor zijne afdeeling.
De compagnies-commandant commandeert
OpM. sectie pelotonsvuuren wijst al verder de afdeeling
aan, die het vuur moet openen.
Om snelvuur te doen geven, worden de sectie-commandanten ge
waarschuwd door het waarschuwingscommando
3 (4) patronen vuren of: Vuren.
De pelotons- en sectie-commandanten noemen hierbij het nummer
hunner afdeelingen.
Op bewegende (naderende of terugtrekkende) doelen en de zooda
nige, waarvan men niet recht den juisten afstand kent, wordt van
400—700 M. met 2 en van 700—1200 M. met 3 verschillende
opzethoogteu gevuurd, welke onderling 100 M. verschillen.
Voor het salvovuur nu met 2 opzethoogteu doet de compagnies
commandant het rechter peloton gebruik maken van de opzethoogte
voor den koi'tsten en het linker peloton van die voor den anderen
afstand en voor het salvovuur met 3 opzethoogtende rechter sectie
van de opzethoogte voor den kortsten, de beide middeusectiën van die
voor den middelsten en de linker sectie van die voor den versten
afstand.
De afdeelingen, die met verschillende opzethoogten vuren, nemen
zoo mogelijk 10 a 15 pas onderlingen afstand.
Nadert het doel in die mate, dat de opzethoogten moeten worden
veranderd, dan geschiedt dit het eerst door de afdeeling, die de
grootste opzethoogte heeft; verwijdert zich het doel, dan heeft het
tegengestelde plaats.
Heeft het laatstvoorgaande betrekking op de vuren in bataille,
thans zijn nog eenige nieuwigheden te vermelden omtrent de vuren
in colonne.
In colonne wordt alleen gevuurd door de voorste of wel door de
twee voorste afdeelingen.
Om door de beide voorste afdeelingen te doen vuren, moeten
deze voor of achter elkander (op vier gelederen) worden geplaatst.