355
commandanten doen daarna de vier buitenste rotten hunner sectiën
zoodanig achterwaarts ombuigen, waarbij front naar buiten wordt
gemaakt, dat het carré gesloten is.
Uit de gesloten sectiecolonne:
Het commando is hetzelfde.
Op het waarschuwingscommando waarschuwen de commandanten
der voorste, tweede en derde sectie, deze te blijven staan.
De commandanten der tweede en derde sectie waarschuwen vervol
gens de 6 a 8 buitenste rotten van iederen vleugel hunner sectie,
om buitenwaarts uit te zwenken.
De commandant der achterste sectie commandeert:
Voorwaarts.
Op het uitvoeringscommando maken de guides der tweede en derde
sectie buitenwaarts front en zwenken de aangewezen rotten van die
sectiën buitenwaarts uit, ten einde de flanken van het carré uit te
maken; de niet uitgezwonken rotten van die beide sectiën blijven
ter beschikking van den compagnies-commandant.
De achterste sectie sluit tegen de derde sectie op en maakt rechts
omkeert halt.
Een in carré marcheerende compagnie, die halt houdt, maakt altijd
buitenwaarts front.
Is het carré gevormd uit eene sectiecolonne, dan neemt bij de
vuren de achterste sectie de knielende houding aan.
Staat eene compagnie in orde van bataille, en moet er cavalerie
worden afgeweerd, dan buigen, zoodra de vleugels niet aangeleund
zijn, deze eenvoudig haakvormig om.
Het attaqueeren eener compagnie geschiedt voorts, als de compagnie
het punt van aanval op 50 a 75 (vroeger was het 20 a 30) pas
genaderd is.
Het Hoerahwordt echter eerst aangeheven, als de compagnie op
25 a 30 pas van de stelling gekomen is.
Wil de compagnies-commandant den aanval staken, dan laat hij de
tamboers ophouden met slaan en den hoornblazer halt blazen. Op dit
signaal maakt de compagnie halt en wordt het geweer bij den voet gezet.
De compagnie kan ten slotte op tweeërlei wijze verzameld worden,
nadat zij op het signaal „afdanking" is uiteen gegaan.