- 360
IY. Het voorschrift op het tirailleeren.
Aan de wijze van verspreiden is de grootst mogelijke uitbreiding
gegeven, zoodat men in de lijn, waarop de manschappen zich be
vinden, en ook voorwaarts van die lijn op het midden, links en rechts
kan verspreiden, onverschillig of het gelid in front, dan wel op twee
of vier gelederen uit de flank staat.
De manschappen eener zelfde groep behouden den ouderlingen
afstand van één pas, terwijl de groepen zeiven een afstand van 25
tot 40 passen midden op midden onderhouden.
Eene groep is sterk 7 14 man.
Yóór de groep gaan op 25 a 50 M afstand, in den regel twee
éclaireurs vooruit.
Eene nieuwe beweging is, om door een of door beide vleugeh de
tirailleurlinie, zonder deze te verlengen, eene aanvallende of verde
digende haakstelling te doen vormen, waartoe wordt gecommandeerd:
voor
Hechter- (linker) groep, rechter- (linker-) vleugel- of
achter.
De commandant der benoemde groep doet op dit commando den bui
tensten vleugel zijner groep in de aangewezen richting voorwaarts
uitzwenken of achterwaarts ombuigen.
Zoodia de tirailleurlinie verliezen begint te lijden, 'moeten de
manschappen der geheele linie bij wijze van sprong vooruitgaan op
het commando
Met sprongen voorwaarts.
Iedere sprong is ongeveer 80 Meter groot, waar geeue terreingol
ving van zelf de grootte van den sprong bepaalt.
Tegenover cavalerie begint men te vuren op 400 Meter tot op 50
Meter afstand.
Wanneer drie sectiën verspreid zijn, neemt de compagnies-com
mandant het bevel over de tirailleurlinie op zich.
Iedere verdediger doet, zoo hij er den tijd voor heeft, grenslijnen
merken op 700, 400 en 250 Meter afstand.
Iedere compagnies-commandant is, ook dan als het bataljon ver-
eenigd optreedt, bij de uitvoering der hem opgedragen taak, vrij in
de keuze van opstelling en richting van beweging, zoomede in het