364
Writ kazerneering en voeding betrefr, terwijl bovendien de adminis
tratie van eene gemengde compagnie omslachtiger zal zijn, doch ik ge
loof niet dat deze bezwaren onoverkomelijk zullen zijn, daar wij im
mers bij de Inlandsche en Amboineesche compagnieën Europeesch ka
der hebben en er bij de garnizoensbataljons en bij de andere wa
pens gemengde compagnieën of detachementen bestaan.
Een der eerste gebreken van de formatie der veldbataljons is dus,
dat zij de voordeelen verloren laat gaan, die ontstaan uit eene doel
matige vereeniging van manschappen van verschillenden landaard.
Alleen bij de Amboineesche compagnieën komt mij eene der gelijke for
matie minder doelmatig voor, daar de naijver tusschen de Eur opeanen
en Amboineezen spoedig aanleiding zou geven tot onderlinge twisten.
Bovendien kunnen de Amboineezen best den steun van Europeanen
missen, daar zij in militaire waarde bijna met deze gelijk staan.
Een tweede gebrek, dat haar aankleeft, is voorzeker de geringe
sterkte onzer compagnieën en hare onvoldoende aanvulling te velde.
Daar onze veldbataljons steeds geheel uit voor den velddieust
geschikte manschappen moeten bestaan en zooveel mogelijk voltallig
moeten worden gehouden, terwijl voor de aanvulling der verliezen bij
de depots de noodige valiede manschappen behooren te zijn, moet do
sterkte van de groep bij ons zoo groot zijn, dat zij gedurende het
tijdperk, dat zij zonder aanvulling blijft, niet beneden de minimum
sterkte (volgens W. Rooseboom, het hedendaagsch gevecht, deel I,
bladz. 144, 8 man) daalt. Wanneer men nu aanneemt, dat men te
velde hoogstens eene maand zonder aanvulling blijft, dan zal het ver
lies in die maand zeker niet meer dan 250/o bedragen, daar wij bij
de lste Atjeh expeditie op eene sterkte van 170 officieren en 3198
minderen, 466 man, waaronder 34 officiereu, verloren, dus 13 a 14°/0
der minderen. Bepaalt men daarnaar de sterkte van eene groep op
12 man, (volgens Rooseboom het maximum) dan blijft zij, na een
verlies van 25% nog 9 man en na een verlies van der sterkte
of 33-!.%, nog 8 man sterk. Zoodoende komt men, wanneer men
weet dat een officier in het tirailleur-gevecht moeielijk meer dan 4
groepen kan aanvoeren, voor iedere officiersafdeeling, hoofdafdeeling
der compagnie wanneer men op 2 reserve-groepscommandanten rekent,
tot eene sterkte van 48 man en 6 man kader. Is eene compagnie nu