365 in 3 hoofdafdeelingen (pelotons) verdeeld eene verdeeling in 4 hoofd- afdeelingen van 50 man zal hier waarschijnlijk niet raadzaam zijn, omdat eene compagnie ook niet te sterk mag zijn met het oog op het terrein waarop men oorlog voert zoo krijgt zij eene sterkte van éen commandant (kapitein), 3 luitenants, 144 man en 18 man kader voor de pelotons. Hieraan zou men één tamboer, 4 hoornblazers, één fou- rier en 2 sergeanten-majoor, waarvan één belast met de administratie en de andere met de politie in de compagnie, dienen toe te voegen. Zoo dat dan de veldcompagnieën der infanterie zouden zijn samengesteld De Europeesche compagnieën uitsluitend bestemd voor de bataljons waarbij de Amboineesche compagnieën zoudeu worden ingedeeld uit: 1 kapitein, 3 luitenants, 2 sergeanten-majoor, 1 fourier, 9 sergeanten, 9 korporaals, 1 tamboer, 4 hoornblazers en 144 fuseliers Totaal 4 officieren en 170 minderen. De Amboineesche compagnieën uit: 1 kapitein, 3 luitenants 1 Europ. sergeant-majoor, 1 Amb. 1 Amb. fourier, 3 Europ. sergeanten 6 Amb. 9 Amb. korporaals 4 Amb. hoornblazers, 1 Amb. tamboer en 144 Amb. fuseliers. Totaal 4 officieren en 170 minderen. Het kader is hier grootendeels van denzelfden landaard genomen, omdat bij de Amboineezen voldoende stof voor goed kader voor-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 378