26 58, punt 11. Volgens de heer C. Sr. wordt het onvoldoende der maatregelen, om het verband in eene colonne te bewaren, niet we- derlegd door de in 175 punt 1 voorgeschreven gedragregels der spits. Deze toch, zegt hij, moet in de eerste plaats de grootste stilte in acht nemen en kan moeilijk aan het kappen van takken ot' het nog veel meer gedruisch makende merken van boomen gaan. Eu om daarin te voorzien wil hij het aangeven van den weg opdragen aan de bij de voorwacht (den voortroep) ingedeelde genietroepen. Daaromtrent moeten wij het volgende opmerken: 1°. dat voor de spits niet is voorgeschreven, dat zij de grootste stilte moet in acht nemen, althans niet in dien zin dat zij niet de noodige maatregelen mag nemen, om aan de volgende atdeelingon den te volgen weg aan te duiden; 2°. dat het kappen van takken en het merken van boomen niet zooveel gedruisch veroorzaakt, dat daaruit ongerief voor den troep kan ontstaan. En neemt men aan dat dit wèl het geval is, dan zullen die werkzaamheden, verricht door de op 2 a 300 passen vol gende afdeeling, evenzeer de aanwezigheid van den troep kunnen verraden; en 3°. dat door het opdragen van die werkzaamheden aan de bij den voortroep ingedeelde genietroepen, wèl aan de volgende afdeelingen den weg wordt aangeduid, welke door den voortroep is gevolgd, maar daardoor het verband tusschen de spits en den voorfcroep niet wordt onderhouden. Ook de heer C. S1'. acht het noodzakelijk de aandacht te vestigen op de onvoldoende grootte van de veldflesch, op eeue nieuwe wijze om water mede te voeren en geeft ten slotte een middel aan de hand om den troep in van water verstoken streken een frisschen slok water te bezorgen. Eene bespreking of de veldflesch al dan niet voldoende groot is, behoort minder tot de hierin behandelde zaakwij zullen daarover dus niet uitweiden. De aangegeven wijze om water mede te voeren behoeft o. i. om dezelf de gronden als vroeger, niet in het Voorschrift te worden opgenomen. Omtrent het middel om den troep een frisschen slok water te be-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 37