386 voeren tot noodelooze preventieve gevangenis. „Eene wederlegging" steunt mijne meening. In hoofdzaak stem ik, zooals gebleken is, met den geachten schrij ver in; ik hoop iets bijgedragen te hebben ter bevordering van eenheid van gevoelen in zake „voorloopig onderzoek." Metis beschouwe mijn opstel niet, als een van iemand, „die, alsnog „niet overtuigd, welke groote waarde het voorloopig onderzoek heeft „hem „het bewijs wil leveren, dat hij schromelijk gedwaald heeft, „noch als geleerd advies, in eene binnenkamer ontvouwd," het is eene bijdrage in liefde het recht gewijd, dat ik betreuren zou een kwaad te zijn. Vermocht mijn arbeid het, de verflauwde belangstelling, door zijne tekortkomingen zelfs, den lust tot navolging op te wekken (1), ik zou mij rijkelijk beloond achten. G. N. (1) Prof. J. De Louter, over „het Oorlogsrecht, door J. C. C. den Beer Poortugael." N- B. Wij wijzen belangstellenden op de milit. reehterl. reorganisatie in het Oos- tenrijksche leger, waaraan dit jaar de laatste hand gelegd is.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 399