392
namelijk dat Brutus blijkbaar artillerist geweest is of
contradictie met de noot (2) op bladz. 484, was 't niet.
Een ex-bureaulist tevens oud-hoofdofficier, ex-artillerist, is niet on
bestaanbaar, want helaasbijna al wat hoofdofficier is, de bataljons
commandanten (der veldbataljons), de divisie commandant der veld- ar
tillerie en de commandant der genietroepen gedeeltelijk uitgezonderd
heeft, dank zij de bureaumanie in ons land en zijne koloniën, voor
zijnen dienst, de vier muren van zijn bureau tot horizon. T. B. had
Brutus even goed voor een ex-infanterie- of genie-hoofdofficier kun
nen houden. De studiegeest bij die wapens geeft daarvoor alle
ruimte.
Maar is het voorzichtig en menschkundig om zoo den schijn op
zich te laden, als vischt men (passez-moi le mot) naar de ex-qua-
liteit van Brutus? Weet T. B. dan niet dat A., B. en C. niet
mogen zeggen wat hun pseudonym wèl mag? Is het hem niet
bekend dat het publiek veelal ongaarne wenken aanneemt van per
sonen, die zich met naam en toenaam onderteekenen en niet tot de
personae gratae of tot de bevoegden boven verdenking behooren Im
mers van onbekenden, X. IJ. of Z., komt alleen de arbeid in be
oordeeling en de persoon blijft buiten rekening; het kon eens een
persona grata of een bevoegde boven verdenking zijnWelnu waar
om dan voor Brutus, zijn waren naam? Hij schroomt niet zijn
naam te noemen, maar in 't belang der zaak noemt hij dien niet.
Is de arbeid van Brutus slecht, dan wordt hij door namen noe
men niet beter. Laat Cassius hierin Brutus de hand reiken.
Wij hervatten onze beantwoording.
T. B. noemt de vele overplaatsingen die bevolen worden, een be
wijs van onvoldoende formatie. Tot zekere grenzen wordt dit toege
stemd. Overplaatsingen zijn anders geen vertrouwbaar bewijs, vooral
niet in Indië. De oordeelkundige regeling der mouvementen was nooit
het fort van het Indische legerbestuur. De zucht tot verplaatsen aan
de hooge bureaux [wij bedoelen hoofdzakelijk den voormaligen Gene-
ralen Staf en later de IIe Afdeeling van het D. v. O. hoewel deze
laatste minder, wij erkennen het] is wel eens eene chronische ziekte ge
noemd en 't had er veel van. Moet ook al erkend worden dat aan
vulling van vacatures op zulk een uitgestrekt gebied en onder zoo-