396 gedaan, om een toestand, die velen in 1878 ergernis gaf, te doen ophouden. Yoorop wordt gesteld dat de ergernis, door Brutus bedoeld, meer bij de onmiddelijk in het drama betrokkenen bestond, dan, naar het schijnt, bij het gros van de officieren van het N.-I. Leger. Uit dat leger, uit den boezem van het gesamenlijke korps officieren zijn al zeer weinig stemmen opgegaan, die de condemnable, ja geweten- looze manoeuvre van den Gouverneur-Generaal wraakten. Hoe de publieke opinie, anders zoo tuk om te critiseeren, den Gouverneur- Generaal, Minister enz. in deze betreurenswaardige zaak nagenoeg volkomen met rust heeft kunnen laten, is voor velen nog een raad sel. Wij vragen niet, waarom? Een ieder taste in eigen boezem en dan zal hij denkelijk het antwoord wel vinden. Toch zijn toen maals verscheidene hoofdofficieren iu den letterlijken zin des woords ongelukkig gemaakt. De middelen om recidive te voorkomen zijn vele; we erkennen evenwel, dat zij meer' van moreelen dan van reglementairen en dus repressieven aard zijn. Onkreukbare eerlijkheid van den Gouver neur-Generaal en zijne omgeving en van den Legercommandant moet ten allen tijde de hoofdvoorwaarde ziju. Bij laatstgenoemde zijn bovendien de hoofdvereischteneene boven allen twijfel verheven kennis van militaire en andere zaken, wij bedoelen eene kennis, niet van hooren zeggen, zooals men dat bij zoo velen aantreft, maar eene op eigen ervaring in alle rangen opgedane kennis, die geene hulp, geene leiding noodig heeft, eene hoogo mate van menschenkennis, zelfstandigheid van karakter en eene nimmer falende rechtvaardig heid. Daartegen zal wel niemand moraliter eenige bedenkingen heb ben. De reglementaire barrière die wij voor de ergerlijke tafereelen van 1878 en 1879 wenschen geslagen te zien, is de volgende: Men vergunne den kolonel die zal worden voorbijgegaan, het recht van reclame rechtstreeks aan den Koning. Tot dat einde is hij ver plicht [indien hij van dit recht gebruik wil maken], om eene schrif telijke verdediging overteleggen, vergezeld van de verdere documen ten, die hij meent te moeten bijvoegen. Deze memorie van verde diging, wordt door den Legercommandant verzegeld in ontvangst ge nomen. Het verzegelde pakket mag door die autoriteit niet geopend

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 409