406
in het geheugen roepen de hoeden van Borneo's Westkust. Dat
is volgens Brut.us een eerste stem in het kapittel hebbenwil men
het anders noemen, ons goed. Wij zouden echter de voorkeur geven
aan modellen die door eene gemengde commissie werden ontworpen
en dat men dan de intendance in die commissie laat vertegenwoor
digen, is uitstekend, gelijk ook dat dan de Legercommandant, volle
dig voorgelicht, beslist.
Het „dus" in den 2en regel der 4e alinea op bladz. 106 voorkomen
de, had naar ons gevoelen daar weg moeten blijven, want al het-
gene voorafgaat, heeft geen kracht van betoog en daarmede vervalt
het syllogisme.
Maar er kan in dat alles verandering zijn gekomen en wanneer
T. B. dat stellig verzekert, dan wordt hij geloofd. Hoezeer we dan
aan den eenen kant moeten jubelen, dat in betrekkelijk weinige jaren
zooveel is verbeterd, moeten we aan den anderen kant toch betreu
ren, dat er, op 't stuk van kleeding, zoo weinig goeds tot stand is
gekomen. Heeft dan de Legercommandant zelf gehandeld, dan is
hij niet voorspoedig geweest, wat trouwens geen wonder is, wanneer
men te doen heefr met menschen, die bijna niet in den troep dien
den in den rang en op den leeftijd waarin en waarop men met den
soldaat voortleeft en hem in alles leert gadeslaandie de laatste drie
sporten van den ladder binnen of in ruim één jaar bestegen en zich
dan zelfgenoegzaam wanen in zaken, waarin zij voorlichting brood
noodig hebben. Dezulken, zij mogen kundige ja zelfs geleerde
mannen zijn, kunnen wij niet bevoegd keuren om in dergelijke ge
wichtige zaken te beslissen, want met de generaalsuniform waait
niemand de zoo moeielijk te verkrijgen kennis, die op ondervinding
en ervaring steunt, aan.
De onderkleeding van den soldaat noemden wij onvoldoende, eigen
lijk „zeer bescheiden." Dat de soldaat meer heeft dan vóór zijne
indienststelling is geen argument of, zoo 't er al een is, een zeer
slecht. Wij vragen niet wat hij als burgerman had, maar wel wat
hij als soldaat in een tropisch klimaat hebben moet, en dan merken
we ook nog op dat de soldaat in de tropen, dagelijks werkzaamhe
den en diensten verricht die hij, als vrijman, in de gematigde lucht
streek (wij hebben natuurlijk Europeanen op 't oog) misschien met