424 3 Gattling j mitrailleuses 2 Gardner j j beschrijving voor van de gevechten bij El Teb en Tamai, op 1 en 13 Maart 1884, welke ons een beeld geeft van de gevechtsformatie der Engelschen. "Wij ontleenen daaraan het volgende: Het expeditie korps landde bij Trinkitat en had de volgende sterkte 3017 man infanterie, 200 pioniers, 864 man cavalerie (hieronder begrepen de bereden infanterie), 126 artilleristen, 262 matrozen, Geschut 9 7 ®ers 10 bronzen bergkanonnen, I 4 Kruppsche 9 c. M. kanonnnen, De vijand stond in eene verschanste stelling bij El Teb en bij Tokar en telde 22.000 man. De hier volgende schets geeft de marschformatie der Engelschen aan: Met uitzondering van de berg kanonnen, door de vloot geleverd of reeds in Soeakim aanwezig. Eerste linie 4 batalj. 6 mitraill. en bagage Cavalerie Reserve artillerie en 2 bataljons. De formatie van de eerste linie is uit de revolutie-oorlogen bekend als de gevechtsformatie van de Fransche halve brigade en werd toenmaals gebezigd om de vuurkracht van de linie aan de stootkracht der colonne te paren. Deze marsch in een vierhoek, welke eene snelle ontwikkeling tot het gevecht naar alle zijden veroorlooft, echter slechts over korte afstanden en zonder groote directie-veranderingen vol te houden is, werd op nagenoeg gelijke wijze door den maarschalk Bugeaud op den marsch naar Isly en door de Verbondenen op den marsch naar het slagveld aan de Alma toegepast. De stelling van El Teb werd na een gevecht dat vele uren duurde, na eene omtrekking, door een rug- aanval met de bajonet genomen, waarbij 6 Krupp-kanonnen in handen der Engelschen vielen. Aan dooden verloren

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 437