428
bouw den cadetten gelegenheid tot kegelen gegeven, terwijl op het terrein
achter de gymnastiekloods eene hindernis!)min werd aangelegd, tot oefe
ning in verschillende lichaamsbewegingen.
Eindelijk meent de Commissie niet onaangeroerd te mogen laten de
belangrijke aanwinst, welke de modelzaal heett ontvangen in de collec
tie voorwerpen, welke door het Departement van Oorlog in Nederlandsch-
Indië op de tentoonstelling te Amsterdam was geëxposeerd en aan de
Koninklijke Militaire Academie ten geschenke werd gegeven.
Onderwijs in 't algemeen.
In de regeling van het onderwijs aan de Koninklijke Militaire Acade
mie kwam in zooverre verandering dat, in verband met de invoering van
het door Zijne Majesteit bij Haar besluit van 11 Augustus 1883 nL. 27
Staatsblad n°. 128) vastgestelde nieuwe reglement voor deze inrichting
de „Oorlogsgebruiken" als studievak in het leerplan werden opgenomen.
Met de invoering van de „Staathuishoudkunde en Statistiek" waarmede
ingevolge gezegd reglement het aantal studievakken insgelijks vermeer
derd is, zal nog tot 1 September moeten worden gewacht, daar het niet
mocht gelukken vóór dat tijdstip een geschikt leeraar voor laatstvermeld
studievak aan de Koninklijke Militaire Academie te verbinden,
Yoorts werden eenige wijzigingen in de programma's van studiën ge
bracht naar aanleiding van den uitslag van een onderzoek, in hoeverre
hot mogelijk was de practische en andere militaire oefeningen meer tot
hun recht te doen komen.
Deze wijzigingen hebben ten gevolge gehad, dat militaire marschen,
tirailleeren, velddienst-oefeningen enz. meer dan vroeger met het geheele
eadettenkorps konden worden verricht, dat meer tijd kon worden besteed aan
het onderwijs in de dienstvoorschriften, in de gymnastiek en in het schermen
voor de cadetten der artillerie en genie van het 3de studiejaar, en dat tevens
de gelegenheid werd gevonden om deze jongelieden ook tactische toepassin
gen op de kaart te doen maken, hetgeen tot dusverre achterwege moest
blijven.
De daarvoor benoodigde tijd werd gevonden op de uren, tot dusverre
aan sommige vakken (vooral teekenen en eenigermate ook wis- en schei
kunde) in te ruime mate toebedeeld, en dus voor vermindering vatbaar,
zonder dat de algemeene wetenschappelijke vorming van den cadet daar
door noemenswaardige schade ondervond.
Eindelijk werden bij de eind-examens en zal bij de overgangs-exa-
mens dit jaar voor de eerste maal worden in acht genomen, hetgeen bij
art. 66 en 68 van het zoo even aangehaalde nieuwe Reglement voor de