433
Geodesie. Mondeling examen over het gebruik der instrumenten.
Aannemende dat de hoogte van staande infanterie 1.30 M., van knielende infante
rie 1 M. en van cavalerie in gestrekte galop 2 M. is, vraagt men langs graphisehen
weg te bepalen, hoe groot bij de baan van 500 M. de bestreken ruimte is voor staande
en knielende infanterie en voor cavalerie in voormelden gang. [4 uur.]
3. Bij het achterlaadkanon van 8cm bedraagt de verheffingslioek 12' en zijn de
schootshoeken bij 240m, 760m, 1320™, 1680"i en 1960m dracht, respectievelijk31', 1°
50', 3° 23', 4° 33' en 5° 30', terwijl men zich overtuigd heeft dat de betrekking tus-
schen drachten en schootshoeken door een vloeiende kromme lijn kan worden voorge
steld. "Wordt gevraagd door middel eener graphisclie figuur na te gaan hoe groot do
schootshoek is bij een dracht van 900 M. [4 uur.]
Gedurende de week van 7 Februari t/m. 12 Februari bedroeg de barometerstand
4.
7
8
9
10
11
12
Febr.
9« v.
id
id
id
id
id
759,17mM.
760,23
761,73
760,02
760,55
761,22
en 3" n. ra. 756,52mM.
en
en
en
en
id
id
id
id
id
757,74.
758,91.
757.86.
757,81.
759,01.
Men vraagt een graphische voorstelling van de rijzing en daling der kwikkolom ge
durende dien tijd en aan te geven hoe hoog de barometerstand was den 9en Februari
des nachts ten 12u 50'. [4 uur.]
5. Op den lcn Januari van de na te noemen jaren telde het Indische leger aan
Europeanen en Inlanders:
1867
9214
Europeanen
en
13872
Inlam
1868
10244
id
en
14295
id
1869
12051
id
on
15466
id
1870
12310
id
en
15165
id
1871
12127
id
en
14990
id
1872
11696
id
en
14750
id
1873
13245
id
en
16009
id
1874
12974
id
en
16829
id
1875
14461
id
en
19535
id
1876
15513
id
en
22318
id
1877
16396
id
en
22509
id
1878
16266
id
en
20374
id
Onder Europeanen en Inlanders zijn alle in het leger voorkomende natiën en land
aarden begrepen. "Wordt gevraagd:
a. Door middel eener graphische figuur een overzicht te geven van de sterkte van
het leger, het aantal Europeanen en Inlanders gedurende de opgegeven jaren.
b. Uit die figuur te bepalen hoeveel Europeanen en Inlanders dat leger telde op 1
Juli 1875.
c. Als voren daaruit op te geven wanneer, d. i. in welke maand andermaal het
leger een even groot aantal Inlanders telde als op 1 Juli 1875.
d. En ten slotte uit die figuur af te leiden wanneer, d. i. in welke maanden het aan
tal Inlanders in dat leger gelijk was aan dat der Europeanen op 1 Juli 1875. uur.]
1. Wat zijn meetkettingen, wat meetbanden Geef van beide eene korte beschrijving.
2. Hoeveel pinnen behooren bij eene meetketting; waartoe dient de 11e pin?
3. Lees eens een hoek met den pantometer af.
4. Waartoe dient het planchet, hoe wordt het opgesteld en gebruikt?
Welke andere instrumenten zijn bij het gebruik van het planchet onmisbaar.
Beschrijf ze kortelijk.
5. Hoe wordt de theodoliet van Breithaupt beproefd en gebruikt?
6. Hoe werkt bij den horizontaalcirkel en bij den verticaalcirkel de op de alhi-
dade aangebrachte nonius?
7. Wat is declinatie. Hoe wordt ze geëlimineerd. Wat is magnetische aequator?
Er wordt hier herinnerd dat bij een dracht van O m de schootshoek gelijk aan den verheffings-
hoek is.