442 De kust werd gevormd door een 40 M. breed zandig en hel lend strand, daarachter begon een dicht bosch van aroe-boomen, (1) een soort van denneboomen, dat naar schatting niet meer dan 50 a 60 M. diep was, eenigszins af te leiden uit de omstandigheid, dat de blauwe lucht dikwijls tusschen de toppen en het bovenste gedeelte der boomen werd waargenomen. Over dit bosch kon men niet heenzien, echter gaven enkele ga pingen in den boschrand gelegenheid op te merken, dat het grootste gedeelte van het daarachter gelegen terrein met bosschen van wild- hout bedekt was. Een dier gapingen had eene breedte van 1500 M. Staat men op het dek van een stoomschip, dat voor het midden van deze gaping en op ongeveer 800 a 1000 Meter uit de kust is gele gen, dan schijnt achter het zandige strand een open of opengekapt terrein te zijn gelegen, waarop nog slechts enkele groepjes jonge aroe- boomen en een tweetal daartusschen liggende huizen staan. Achter die schijnbaar 200 a 250 M. diepe open vlakte, ziet men verder eene kampong liggen, die dan volgens de opgaven de Gedei moest zijn, en die in noordwestwaartsche richting aansluit aan wildhoutbosch, dat zich tot aan de daar'gelegen strook aroe-boomen uitstrekt. Zuidoostwaarts van die kampong (de Gedei) heefc men eerst wildhoutbosch, dan een groep klapper- en piuangboomen alsof daar weer een kampong gelegen is, en verder wildhoutbosch, aansluitende aan de strook aroe-boomen, die zich in zuidoostelijke richting langs het strand naar de zijde van Waylah voortzet. De plaats, waar de rivier van Tenom in zee valt, kau men afleiden uit het beloop van het strand, wanneer men weet dat hier ergens eene rivier in zee moet uitloopen. Overziet men daarna de kust uit de fokkenra, dan ontwaart men dat de open vlakte voor een gedeelte een zandige landtong is, die door eene 100 a 150 M. breede rivier van de Gedei gescheiden wordt. Over de geheele breedte van de 1500 M. lange gaping in den rand van het bosch van aroe-boomen ziet men die rivier ongeveer evenwijdig aan het strand voortloopen, allengs dit strand naderen en (1) De aroe-boom heet op Java tjemara.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 455