443- voor het uiteinde van deu noord westwaarts van voormelde gaping gelegen boschrand van aroe-boomen zich in zee storten. De wijze, waarop de kust zich uit zee voordoet, is door den Chef van den Staf zooveel mogelijk weergegeven in fig. 3 en 4. In eene sloep achter de branding langs het strand roeiende, werd het volgende opgemerkt: De branding bestaat uit een brekenden roller aan de zeezijde, voorafgegaan door een roller, die niet breekt, maar zich als een hooge golf voordoet. Een geoefend stuurman kan de sloep achter laatstgenoemde golf langs sturen. De branding breekt op 25 pas van het strand, vermoedelijk een gevolg van de vrij steile helling, waarmede het onderzeesche strand afvalt. Dit laatste bleek ook uit de diepte, die gelood werd, n. 1. ten z. o. der riviermonding op 100 M. uit het strand 2y vaam; op 150 a 250 M. 3 vaam en op 300 a 400 M. 3|- vaam. (1 vaam =1.8 M.) Ten n. w. der monding is de diepte grooterop ruim 300 M. uit het strand, loodde men daar 6 vaam. Voor de monding der rivier van Tenom heeft men verscheidene rollers, die eene branding vormen, welke, zooals den volgenden mor gen (13 December) bleek, bij eenigen wind zelfs door eeu Atjehsche prauw niet gemakkelijk is te passeeren. De stroom der rivier doet zich voor hare monding in zee sterk gevoelen en ten gevolge van den loop der rivier, hoofdzakelijk in noordwestelijke richting. Ten noordwesten der monding zoude men eene landing dan ook niet binnen de 2000 M. van de monding moeten beproeven, om niet den invloed van de strooming van het rivierwater te gevoelen, die hier in dezelfde richting loopt als de strooming der zee. Ten zuidoosten van de monding der rivier kan men op 1000 M. afstand landen. Ontrent het binnenland verkreeg de Chef van den Staf nadere inlich tingen van den vorst van Rigas, Toekoe Potjoet Mohamad, die op uitnoo- diging van den assistent-resident Yan Langen naar Tenom was geweest. Potjoet Mohamad, door den assistent-resident Yan Langen naar den loop der rivieren en de ligging der kampongs ondervraagdgaf door middel van touwtjes en lucifers een en ander aan, zooals in fig. 5 is voorgesteld. Nadat hem gewezen was op den loop der rivier van Ook deze landing ging, de ondervinding heeft zulks later bewezen, met groote moeilijkheden gepaard.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 456