446 Op de vraag waarom de reis vau de Gedei uit, niet over land was gemaakt, antwoordde de heer Roura dat hij zulks aan zijn reis gezel Toekoe Jit wel had voorgesteld, doch door dezen was gezegd dat het pad van de Gedei naar zijn kampong Padang Kring, niet begaanbaar was, daar men er te ver in de modder zakte. Aan de verblijfplaats van Toekoe Imam Moeda, kamp. Simpang Olim, gekomen, had de heer Roura in de eerste plaats de woning gezien, waarin de scheepsofficieren geïnterneerd waren. Deze lag dicht aan de rivier, waarvan de oever te dier plaatse slechts 2 M. hoog was. Om het huis waren drie rijen fraiseeringen van aangepunte bamboe en een gegraven gracht aangebracht, terwijl de ingang aan de van de rivier afgekeerde zijde was gelegen. De niet ver afstaande woning, waar de matrozen verblijf hielden was niet omheind. Een weinig verder lag de woning van den vorst, die echter niet genegen was den heer Roura daarheen te brengen, waarschijnlijk omdat zijne vrouwen er verblijf hielden. Omtrent de rivier van Tenom werd nog medegedeeld, dat deze tot Simpang Olim voor groote prauwen bevaarbaar was en dat zij op de bank aan de monding eene diepte van 9 a 10 voet, maar binnen de bank eene veel grootere diepte had. Kaar aanleiding van de berichten van den heer Roura werd een kaartje samengesteld, dat door fig. 7 wordt weergegeven. Vergelijkt men nu de berichten van Potjoet Mohamad over de gesteldheid van het binnenland met die door den heer Roura verstrekt, dan blijkt dat beide berichtgevers verschillende opgaven doen aan gaande do breedte en diepte van den Soengei Oen, den afstand van de Gedei tot kampong Simpang Olim, de verblijfplaats der schipbreuke lingen, en de ligging van kampong Padang Kring. Dat het pad van de Gedei naar laatstgenoemde kampong niet begaanbaar was toen de heer Roura zich in Tenom bevond, is zeer goed mogelijk, wijl paden, die na enkele regenbuien in Indië onbe gaanbaar zijn, dikwijls weder wel begaanbaar zijn na een paar dagen droog weer. In hoofdzaken kwamen beiden overeen en wel ten opzichte van de ligging der kampongs Simpang Olim, Padang Kring en de Gedei op den rechter oever der Tenom- rivier en van den weg dien men

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 459