34 Wat liet aangeteekende omtrent den vorm van een bivak betreft wordt opgemerkt, dat de heer C.S''. zich eene verkeerde voorstelling- heeft gemaakt wanneer hij denkt dat de tig. 8, 9, 10 en 11 den vorm van een bivak aangeven. Zij geven de wijzen aan waarop de infanterie en cavalerie zich in een bivak kunnen opstellen, evenzeer als dit in de tig. 13 en 14 is aangegeven voor eene batterij veld en voor eene batterij berg-artillerie. zonder dat daarbij eenige dekking is aangeduid. Dit laatste vooral had wel tot eenig nadenken moeten stemmen. Omtrent den vorm is voorgeschreven dat de bivaks open of gesloten zijn. Een open bivak wordt bijv. betrokken aan een zeestrand en in het algemeen aan zulk eene terreinafscheiding waardoor de troepen aan die zijde volkomen beveiligd zijn tegen een verassenden aanval des vijands. In zulk een bivak „worden de troepen zoodanig ge plaatst dat zij, in verband met het terrein, naar de tactische eischcn „het spoedigst in gevecht kunnen worden gebracht." In alle andere gevallen wordt in Indië, overeenkomstig het Voor schrift, den gesloten bivakvorm aangenomen, waarvan de omtrek door de infanterie wordt bezet. Welke ook de vorm van het bivak is, steeds zal de infanterie, naarmate van hare sterkte en van de uitgestrektheid van het bivak, zich daarin kunnen opstellen, zooals in 120 (met de fig. 8 en 9) is aangegeven. De „grove flater" schuilt dus niet in het Voorschrift, maar werd begaan door den heer C.S1'. die het Voorschrift blijkbaar slechts opper vlakkig heeft nagegaan. Ten slotte geeft de heer C.S1'. een standmodel aan voor een op stelling van een compagnie infanterie bij nacht, waarbij zelfs de plaatsing van den kok en hijkok niet is vergeten. Daar zulke détails niet zijn vergeten, zou men den indruk kunnen krijgen dat het geheel uitstekend is. De ontwerper houde ons echter de volgende opmerkingen ten goede. 1°. dat bij het voorgestelde „gesloten bivak" een zijde niet door infanterie bezet is. Alléén treft men daar een wacht aan. Heeft men een aanval te duchten, dan zal deze, afgescheiden van het terrein, meer dan waarschijnlijk aan die zijde worden onderno-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 45