449 Plet terrein bij b. is ten slotte minder geschikt dan bij a voor do inrichting van een tijdelijk bivak. De ontwikkelingsgeschiedenis der kaart van het landschap Tenom deed slechts eene geringe schrede voorwaarts, door de mededeelingen van den kapitein Woodhouse, den Chineeschen kok en een der machi nisten van het gestrande stoomschip Nisero, welke personen door den vorst van Tenom in vrijheid waren gesteld. Door den Chef van den Staf ondervraagd, gaf de kapitein "VVoodhouse de volgende inlichtingen. Na de gevangenneming door den vorst van Tenom werd de equipage van Pangah naar de Gedei van Tenom vervoerd, niet langs het strand maar met een grooten omweg door het binnenland langs een voetpad, dat voortdurend door boschachtig terrein liep, zeer smal en modderig was en op verscheidene plaatsen door moerassen leidde, zoodat de modder en het water ons soms tot over de heupen kwamen. Ten 11 uur v. m. van Pangah vertrokken, kwamen wij om half tien of tien uren in den namiddag in de Gedei aan. De afstand bedroeg dus 11 uren. In de Gedei staan 12 a 13 huizen; wij werden gehuisvest in eene woning met twee verdiepingen, van waar wij over de rivier en de aan de overzijde liggende landtong, de zee en de voorbijgaande schepen konden waarnemen. De breedte van de Tenom-rivier bij de Gedei schat ik op ruim 100 yards (91 meter). Rondom de kleine kampong, die de Gedei van Tenom vormt, bevindt zich niets dan remboe. Van uit het huis, waar ik geïnterneerd was, werd door mij waargenomen, dat zich van de Tenom-rivier eene andere afscheidde. Toen ik mij bij mijne in vrijheid stelling van de Gedei naar de reede begaf, schatte ik de breedte van laatstgenoemde rivier op 50 a 60 yards (45 a 55 M). Den dag, waarop wij van de Gedei naar Simpang Olim werden vervoerd, leidde onze weg weder voortdurend door de remboe, en duurde de tocht ongeveer <jén uur. Hoe de genomen weg liep, kon de heer "Woodhouse echter niet opgeven. Bij het verlaten der Gedei had hij den indruk gekregen, alsof hij deze noordwestwaarts liet liggen, hij wist echter niet of hij niet langs een omweg weer aan de noordwestzijde gebracht was. Gedurende den marsch passeerde hij echter eene vrij breede rivier in een kano.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 462