456
Het Indisch leger is van lieverlede reeds gewoon geraakt aan het
non possumus et nolumus van den Minister van Koloniën in zake
uitbreiding van de strijdbare macht, die nu voor ongeveer een vierde
deel sedert elf jaren tegenover den vijand onder de wapens staat.
He Regeering in Nederland schijnt te dien opzichte het spreekwoord
niet te kennen que la crüche va a l'eau, tant qu'elle brise, of
den toestand van het leger veel te rooskleurig in te zien.
Die toestand, beter gezegd, het gaande houden van dien toestand
kan echter niet ten eeuwigen dage blijven voortduren, zoodat de
vraag mag worden gesteld, of het niet meer geraden voorkomt, dat
de Regeering op eeuigerlei afdoende wijze tijdig daarin voorzie,
dan dat daarmede gewacht wordt tot een invloedrijke Sultan, Pangé-
ïan, Ratoe, Radja of Priester de kalmvergaderde kamerleden op het
Binnenhof wellicht een weinig doet opschrikken.
Zouden de meesteu dier Heeren kamerleden niet weten, dat terwijl
ons gebied in den Archipel sedert het jaar 1853 met ruim 4000
vierkante geographische mijlen is uitgebreid geworden, het leger zoo
wel in volstrekten als betrekkelijken zin, in of- en defensieve kracht
is achteruitgegaan
Zouden, onder anderen, de heeren Keuchenius, Yan Gennep en
Des Amorie van der Hoeven, wier kennis omtrent Indië niet gering
is, niet weten, dat in een tijdsverloop van dertig jaar, gedurende
welk de inlander in zijn wijze van oorlogvoeien beduidend is voor
uitgegaan, onze strijdmacht daarentegen met 2338 combattanten is
verminderd geworden en dat de totale macht van het Indische leger
thans 13500 man minder sterk is, dan reeds vóór 30 jaar voor de
defensie in Indië werd noodig geacht
Bij de waardeering dezer cijfers blijft nog wel buiten beschouwing,
het feit, dat ons leger gedurende elf achtereenvolgende jaren oorlog
voert op eene schaaldie in grootte niet bij die van vroegere expe-
ditiën te vergelijken is, en waarvan pour comble de mr, het
einde nog vooreerst niet is te verwachten, (f)
Zie „het stelsel der militaire instellingen voor het Indisch leger". November
aflevering Indische Gids.
(f) De voorzichtigheid weerhoudt ons, rondweg te zeggen, hoe ver verwijderd o. i.
het tijdstip ligt der pacificatie van Atjeh.