459 Zoolang liet Indische leger bestaat, heeft de werving van Inland- sche soldaten, voor zoover deze Javanen betreft, geene de minste moeilijkheden gegeven. Mag men ook al niet voorbij zien, dat de aangeworven Javanen in den regel de slechtsten uit de desa zijn, op dien regel zijn maar weinig uitzonderingen, ook bij alle andere land aarden die in het leger vertegenwoordigd zijn. I-Iet Europeesche element behoort evenmin tot de élite van het rasmen wordt, de uitzonderingen niet te na gesproken, nu eenmaal geen soldaat uit weelde of uit pure aandrift tot inlijving in het vak van vechtersbaas. Het zal wel geen nader betoog behoeven, dat wij hier uitsluitend het oog op de minderen van het leger gevestigd hebben, geenszins op hen, die in militairen dienst traden, om in de officiersrangen cai- rière te maken. Aan het mildelijk vloeien der Javaansche werving heeft nochtans het Indisch leger niet zoo veel, omdat eene voorzichtige politiek en eene oordeelkundige legerorganisatie als eisch stellen, dat een zeker procent der totale legersterkte aan Javanen niet behoort te worden overschreden. Het is geen bloote gril, om van de achttien veldbataljons er vijf tien uitsluitend op het eiland Java te legeren, want dat eiland, ons grootste kleinood van den ganschen Archipel, moet ons niet kunnen worden afhandig gemaakt, noch door een buiten- noch door een binnenlandschen vijand. Zoo althans zou het behooren te zijn. Hog eens, Java moet dus in onze handen blijven. Eene goede organisatie der op Java gelegerde korpsen, zoude dus moeten medebrengen, dat het Inlandsche element van die korpsen, vertegenwoordigd werd door een landaard die zelf op Java niet te huis behoort en zich overigens voor den soldatenstand goed eigent. Onwillekeurig denkt men hier dadelijk aan de Amboineezen en Menadoneezen, dat uitstekende soldatenras, waarvoor niet zeldzaam de Europeaan de oogen heeft neer te slaan. Ter rechtvaardiging dezer, voor de Europeesche militairen niet vlei ende uitspraak, verwijzen wij voor zooveel noodig naar de, betreffen de militaire delicten, wegjaging uit de gelederen, degradation als anders zins, een paar jaar geleden, in dit tijdschrift medegedeelde statistiek.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 472