462
reserveeren in het leger van eenige adjudant-onderofficiersja zelfs
van enkele luitenantsplaatsen voor de meest ontwikkelden onder
hen, die wellicht door verdiensten te velde en practische geschiktheid
bovendien weten uit te blinken.
Het komt ons n. 1. voor, dat bij eenige bataljons, waarvan min
stens twee compagnieën uit Amboineezen zijn samengesteld, naast
den Europeeschen ook wel een Amboineesch adjudant-onderofficier kan
werkzaam zijn en dat het in dienst houden van enkele Amboineesche
luitenants bij eene inlandsche compagnie of wel een subsistenten-
kader, de belangen van den dienst niet merkbaar schaden zal.
Het spreekt van zelf, dat wij eene aanstelling tot luitenant en
adjudant-onderofficier niet te hooi en te gras zouden willen geschonken
willen zien, doch dat de candidaat zou behooren te voldoen aan
een daarvoor vast te stellen examen-programma.
Eene Amboineesche kaderschool zoude dus behooren te verrijzen, om
de meest verstandigen onder hen tot korporaal, sergeant, adjudant-
onderofficier en luitenant op te leiden en te bekwamen.
Blijkens de Koloniale Verslagen over 1882 en 1888 waren van de
Amboineezen, alleen bij de Infanterie aanwezig op de korpsschool
op 1 Januari 1881113,
31 December 1881116,
31 December 1882134 militai
ren. Onder deze 134 militairen, bevonden zich 86 onderofficieren en
korporaals; de overigen waren soldaten.
Dewijl nu de totale sterkte der Amboineezen op 31 December
1882, 1411 bedroeg, mag men het er dus voor houden, dat
ongeveer een tiende deel van hen ter schole gaat.
Bij eene uitbreiding van het Amboineesche element, stel als het
mogelijk blijkt, tot een 2500 tal, zouden dus de onderwijzers en
militaire opvoeders van dezen landaard al spoedig te doen krijgen
Ook bij de cavalerie en vooral bij het personeel van den hospitaaldienst vindt
men Amboineezen; zelfs had men op het einde van het jaar 1882 een militaire schrijver
van dien landaard.
Daar de legerformatie slechts van 970 Amboineezen melding maakt en er op
31 December 1882, 1411 feitelijk aanwezig waren, blijkt, dat het Legerbestuur de
Amboineesche werving alles behalve tegengaat.