geraken, hebben wij ons in betrekking gesteld met een scherpzinnig
Nederlander, die eenige jaren in bet land der Persen heeft doorgebracht.
Aan dien goeden kennis verzochten wij eenige boekwerken Ier be
studeering van het karakter van den Pers als anderszins, waaraan
voldaan werd, onder toezending van een geleidenden blief, welks in
houd wij met zijn later daartoe gevraagde en verkregen vergunning
mogen publiceeren.
Die brief luidt aldus:
„Uwe vraag was mij eeue aangename verrassing, daar ik uit den
aard der zaak belangstel, in alles wat Perzië betreft.
Ik herinner mij, dat de heer Keun over het wenschelijke dacht eener
recruteering in Perzië voor het Oost-Indische leger. Ook mij komt
zulk eene recruteering zeer praktisch en uitvoerbaar voor, voor zoo
ver het materieele betreft.
De vergunning van het Perzische Gouvernement zal langs diploma
ticken weg verkregen moeten worden.
Ik zend u per boekpost eenige werken over Perzië, waarin go de
noodige bijzonderheden omtrent karakter en levenswijze zult vinden.
Ik zocht vertrouwbare uit.
Op de navolgende punten kan ik u nu reeds opmerkzaam maken.
De Perzen vormen uitstekend materiaal, zij zijn zeer matig, dat is,
zij drinken volstrekt niet en leven van brood, rijst en vruchten.
Zij zijn sterk van gestel, krachtig en marcheeren op alle terreinen.
Als Mohammedanen zullen zij als geloofsgenooten in Indië wel
kom zijn
Die van het noorden en noord-westen [voornamelijk de provincie
Azerbeïdjau] zijn oneindig geschik;er dan die van midden- en zuid-
Perzië.
Het Perzische leger wordt dan ook bijna uitsluitend uit genoemde
provincie gerecruteerd.
Daar de Pers weinig behoeften kent, is bet de vraag, of bij zich
Dat Mohammedanisme is nu juist geen sterke aanbeveling voor ons leger.
Rekening houdende met de-dweepzucht van een Muzelman en de somwijlen kwade ge
volgen van dien, moet 't Indische leger, wel beschouwd, een minimum van die gods
dienstbelijders in zijne gelederen hebben. De nood dwingt echter, om ook Uier liet
minder goede te nemen, waar men het beste niet krijgen kan.