473 Gehorsam und ihrer Unterwürfigkeit, so elirenwerth sind dennoch dei' Charaktet' und die Eigenschaften derselben und verdienen eigentlich Bewunderung. Die Ausdauer, ohne Sold, Nahrung, Zelte, Betten, die Strapazen eines Feldzuges zu ertragen, übersteigt wahrlich alle menschlichen Begriffe. Dabei stellen sie sich in vollstem Gehorsam dem Feinde gegenüber und halten Stand so lange es eben geht, d. h. so lange ihre Offiziere nicht Reiszaus nehmen. Die europaischen Instructeure, welche bisher in der persischen Armee gedient haben oder noch dienen, stimmen einmüthig in dem Urtheil über- ein, dass der persische Soldat in jeder Beziehung alle militarischen Eigenschaften besitzt, die zu seinem Stande gehörener ist willig, gehorsam, gelehrig, nüchtern, von grosser Ausdauer, in letzterer Beziehung sogar jeden europaischen Soldaten übertreffend, wenn es sein muss tapfer. De Perzische soldaat wordt ons dus afgemaald als een militair, gelijk men die slechts begeeren kande Perzische officier echter als een immoreel individu. Aldus luiden de mededeelingen omtrent het Perzische leger, niet alleen van vóór 20 a 25 jaar, in de twee door ons hiervoren genoemde geschriften, maar ook die, welke te vinden zijn in twee zeer recente werken, in de jaren 1882 en 1883 in druk verschenen. Deze laatste boeken zijn getiteld: „in the land of the lion and sun or modern Persia", afkomstig van de hand van C. I. Wills, die van 1866 tot 1881 als geneesheer in Perzië gewoond heeft en voorts „aus Persien door een Oostenrijker, (een zekeren Riederer) geschreven, die „40 Monate im Reiche der Sonne gelebt und gewirkt hat. Yoorloopig schijnen dus de 14 Oostenrijksclie officieren, die de Schah na zijne tweede reis in Europa in 1878, naar zijn land heeft doen overkomen, zur Reorganisirung des Persischen Heeres nach Oester- reichischem Vorbilde, niet veel resultaat te hebben. Volgens den heer Riederer zien de landsverdedigers in Teheran er eerder uit ais bedelaars dan als soldaten en dit nog wel in de resi-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 486