474
dentie van den Schah, der eine besondere Vorliebe für seine Soldaten
haten waarom dan ook zeker die soldaten zoo uitgerust zijn,
dat zij, om op wacht te trekken in eenigszins vertoonbare uniform,
te voren een pakje uit het magazijn behooren te ontvangen, om het
na aflossing weer in te leveren.
Al hetgeen wij dus van den Pers zijn te weten gekomen, leidt er
toe, aan te nemen dat hij in zijn eigen land waarlijk niet aan weelde
is verwend geworden en als soldaat zich in velerlei andere opzichten
niet weinig aanbeveelt.
Ook van zijn overdreven godsdienstzin ten slotte schijnt minder te
vreezen te zijn, als hij eenmaal in de kazerne, als men het zon noe
men kangenaturaliseerd is.
Daaromtrent zegt ons de Heer Wills„The great portion of the
merchants, traders and villagers are really Mahommedans.
The Persian is not prone to fanaticism, though he is easily excited
to it, and dangerous when in a state of religious fervour. They
are very particular as to prayers and forms, as fasting etc., and
many carry them out at great personal inconvenience.
Among the military class however, irreligion is rife. These say
no prayers, keep no fasts, have no belief, and are utterly dead to
every thing but what they believe to be their own interests.
Wij zullen het hierbij laten, omdat wij thans genoeg van den
Pers af weten.
Wenden wij alsnu de oogen naar Europa, meer in het bijzonder
naar Nederland, waar de werving stellig meer productief is te maken,
mits men er zich slechts wat meer moeite voor gelieft te getroosten.
Over het algemeen genomen, doet „menin Nederland niets in
het belang der werving.
Slechts twee autoriteiten in gansch Nederland zijn daarvoor werk
zaam en wel de Minister van Koloniën, die zijne jaarlijksche dosis
schrifturen omtrent dat onderwerp aan den commandant van het
koloniaal werfdepot toezendt en deze laatste Harderwijksche autoriteit,
wiens betrekking uitsluitend medebrengt, op zijne en 's Minister's
wijze te doen werven.