482 Begin dus met aan het leger en de marine te geven, wat deze noodig hebben en geef wat er overschiet, aan de andere departementen. Hoe de verdere verdeeling der millioenen moet plaats vinden, kan in dit opstel buiten sprake blijven. A\il nu misschien een controleur bij het binnenlandsch bestuur beweren, dat hij, in absoluten zin in het gouvernementsraderwerk evenzeer noodig is als de luitenant, dan antwoorden wij beslist „neen". Als de luitenant-/;,et leger- er niet is, wordt de controleur-/;e/ civiel bestuur- te avond of te morgen, zonder verzoek, door de in- landsche bevolking ontslagen, of erger. Het leger en de marine waken er dus voordat alle overige gouvernementsambtenaren en niet- ambtenaren, de firmanten en compagniein Indiëtelle quelle, rustig kunnen blijven wonen. Als dat leger niet goed georganiseerd is of onvoldoend sterk heet te zijn, dan dreigt er in mindere of meerdere mate gevaar, dat het gansche raderwerk op eens stil sta. Het zij dus dat het onderhoud van een tegen zijn taak opgewassen leger weinig of veel geld kost, in de eerste plaats moeten de gelde lijke offers worden gebracht, die rechtstreeks ons koloniaal bestaan verzekerende kosten voor de gewapende macht, Met alle landsdienaren zullen dit oordeel onderschrijven. Maardoe, bij wijze van spreken, morgen een opstand der inlandsche bevolking uitbreken, waar ook, in die matedat het leven der Europeanen gevaar loopt, dan zal iedere residentja zelfs een gouverneur Pruijs van der Hoeveniedere onderwijzer, controleur, tokohouder, ingenieur of referendaris ter plaatse, kortom iedereen volmaakt ons beweren van zoo even beamen. Mocht dan het garnizoen ter plaatse wat „zwakjes" zijn, de benteng niet zeer stormvrij wezen, de geweren en kanonnen minder deugdzaam bevonden worden, geloof vrijelijk, dat dan de resident met genoegen alle andere civiele ambtenaren en ieder dezer laatsten met niet min der pleizier alle andere zijner collega's met den resident er bij, voor eene compagnie infanterie, wat sterker benteng of wat beter vuur wapenen zoude willen omruilen. Onder zulke imminente omstandighedenzal iedere Nederlander

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 495