487
Ook werden in het geheim enkele pogingen aangewend om dezen
afval als voeding voor den mensch van nut te doen zijn, door onder
de schoonklinkende namen van vleeschsoep meel en vleesch-groenten
meel, eene voor de fabrikanten zeer goedkoope waar, zeer duur te
verkoopen.
Deze pogingen liepen dan ook op niets uit, omdat de mensch, be
halve den eisch van voedingswaarde, welken hij aan een levensmid
del stelt, natuurlijk ook rekening houdt met zijn smaak, en een pre
paraat, dat vooraf zijne smaakgevende bestanddeelen heeft afgestaan
tot het bereiden van vleesch-extract, onmogelijk aanspraak kan ma
ken op den naam van een smakelijk gerecht.
Zulk een preparaat heeft, zooals men gemakkelijk kan nagaan,
een lijmachtigen smaak, welke zelfs door toevoeging van zout en
kruiderijen, niet of slechts zeer onvolkomen te verdrijven is. Van
vleeschsmaak is geen spoor aanwezig, en vleeschbouillon kan uit dat,
uit uitgekookte vleeschvezels samengesteld meel, nimmer verkregen
worden.
Het eenige waarvoor zulk meel dan ook in aanmerking komt, is
voor beestenvoeder, b. v. voor varkens, honden en zelfs voor paarden.
Voor laatstgenoemden werd bij een regiment kuraasiers in Pruissen
brood gebakken, bestaande uit bedoeld vleeschmeel vermengd met
fijn gehakte haver, een weinig zout en wat zuurdeeg, waarvan dage
lijks aan ieder paard, onder inhouding van de daarmede overeenko
mende hoeveelheid haver, één ration werd toegediend.
Het resultaat van deze proef was gunstig. De kurassierspaarden
werden met den dag sterker eii beter bestand tegen langdurige ver
moeienissen en bij de herfst-manoeuvres van 1879 vervolgde het
zwaar bepakte eskadron kurassiers, een zeer goed aangevoerd en bere
den eskadron huzaren zoodanig, dat het laatste aanmerkelijke verlie
zen door het eerste leed, alleen veroorzaakt door de grootere krachts
ontwikkeling van de kurassierspaarden.
Een ander voordeel levert dat vleeschmeelbrood op, door zijn
geringen omvang in verhouding tot zijne groote voedingswaarde, waar
door het mogelijk is ten le, iederen ruiter meerdere dagrations op zijn
paard te doen medenemen, en ten 2e zelfs eene heel korte rust, tot
voederen te benutten.
1884, DL II. 3l