TWEE PATRIOTTEN OVER ALGERIË.
I.
Een belasting betalend patriot zet zijne ideeën omtrent onze Atjeh
politiek in eene brochure (1) uiteen, en schildert met schrille kleuren
deu tegenwoordigen toestand van ons koloniaal bestaan. Hij waar
schuwt de Nederlandsche natie voor een groot gevaar, dat naderende
ishet verlies van onze overzeesche bezittingen.
Als middelen om nog te redden wat er te redden is, geeft deze
Patriot als zijne meening in hoofdzaak aan
le. Uitbreiding van het Nederlandsch-Indisch leger, verband houden
de met de zoo groote uitbreiding van ons grondgebied sedert het
jaar 1859, terwijl de legersterkte daarentegen ver is gebleven beneden
de formatie in 1853 vastgesteld. Dat leger bovendien door buiten
gewone en afdoende maatregelen in staat te stellen om de groote en
zware taak, die het in de toekomst te vervullen zal hebben, ook naar
behooren te kunnen vervullen.
2e. wat speciaal Atjeh betreft, herstel van het krachtig en goed-
kooper eenhoofdig militair gezag en het vasthouden van het eenmaal
ten koste van veel bloed en schatten veroverd land, krachtdadige en
bovenal voortdurende handhaving van ons gezag, totdat het voorgoed
wordt geëerbiedigd.
Ten opzichte van het eerste punt is Schrijver zeer kort; vermoedelijk
moet dit worden toegeschreven aan de omstandigheid, dat de nood
zakelijkheid van eene aanzienlijke uitbreiding van het Indisch leger
door niemand op aannemelijke gronden wordt betwist.
Maar er bestaat bij sommige regeeringspersonen wèl twijfel of die
(1) „Koloniale geldverspillingen en roekeloos regeeringsbeleid", overdenkingen van
een belastingbetalend patriot. Arasterdam, J. H. Bussy, 1884.