503 vraagstuk dat gedetailleerd moet worden uitgewerkt, en verstaanbaar gemaakt voor niet-krijgskundigen, die het goed met hun vaderland meenen. En dit nu heeft onze Patriot niet gedaan. Maar hij kon niet alles te gelijker tijd doen en daarom hopen wij dan ook, dat hij op dit ge wichtig onderwerp later zal terug komen. Bij een nader onderzoek zal hij ontwaren, wanneer dit niet reeds het geval is, dat eene op pervlakkige beschouwing van de zaak werkelijk aanleiding geeft om in te stemmen met de bewering van den tegenwoordigen Minister van Koloniën, dat eene legeruitbreiding wel op papier uitvoerbaar is, maar feitelijk slechts onnoodige vermeerdering van uitgaveu ten ge volge zou hebben. Doch zij die het onderzoek wat verder voort zetten, ontvangen eene geheel andere overtuiging. Zij begrijpen dat in de eerste plaats gereorganiseerd moet worden en het Indisch leger, niet alleen in de takken, maar voornamelijk in de wortels moet wor den herzien. Het zijn de militaire instellingen van het leger, die op een vicieus stelsel rustende, te gelijker tijd de kiem bevatten van eene kwijnende ziekte. Van uit dit standpunt de zaak beschouwende, eischt de eerlijkheid dat erkend wordt dat de schrijver van het artikel in de Indische Gids overHet stelsel der militaire instellingen voor het Indisch Legerde quaestie in het hart heeft aangetast. Want met verbetering van die instellingen is het mogelijk het Indisch leger, naarmate van de behoefte, te versterken en tevens te zorgen, dat het intrinsiek in waarde stijgt. Met de versterking van ons Indisch leger, wijken de gevaren, welke ons thans in ons koloniaal beslaan bedreigen. Wij stappen thans van deze beschouwingen af, om er later wellicht weder op terug te komen. En nu het tweede punt. Herstel van het eenhoofdig militair gezag en het vasthouden van het eenmaal veroverde land in Afjeh. Omtrent het noodzakelijke van een eenhoofdig militair gezag is een pennestrijd overbodig geworden nu de feiten zeiven hebben gesproken Kapitein van den generalen staf W. C. Nieuwenhuijzen. Zie November en December afleveringen van 1883,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 521