509 en de weegschaal hebben doen doorslaan in het voordeel van dat gezag. Nu dit eenhoofdig gezag werkelijkheid is geworden, behoeft hier over thans niet meer te worden gestreden en wat aangaat het vast houden van het eenmaal veroverde land in Atjehdaarover valt zeer veel te zeggen en daarover verschillen de meeningen zeer. Men zou kunnen beginnen met te vragen, waarom onze Patriot, die blijkbaar een bepaald voorstander is van agressie, ook niet verlangt dat men voortga' op het pad van vooruitgang en verovering, instede van halverwege te blijven staan, want daardoor handhaaft men eene beperkte stelling, al is die dan wat ruimer dan de voorstanders van eene beperkte occupatie verlangen. Het zijn voornamelijk de aangegeven geschiedkundige gronden die onze aandacht trokken. Wij haasten ons hier al dadelijk bij te voegen, dat wij het met den belasting betalendenpatriot volkomen eens zijn, dat de geschiedenis der krijgsgebeurtenissen op de noordkust van Afrika eene geschiedenis is, die voor onze Indische krijgsvoering menig voorbeeld aanbiedt, zoowel tot afschrik, als tot navolging. Wij zullen onze opinie hieromtrent later duidelijk uiteen zetten. Dat onze Patriot het noodig heeft geoordeeld, om krachten te putten uit de ervaring van andere volken, is zeer begrijpelijk. Met ijver heeft hij zich geworpen op de studie der krijgsgeschiedenis, voor namelijk van de verovering van Algerië door de Franschen en heeft daarbij geraadpleegd geschiedschrijvers, die, blijkens de opgegeven jaartallen, niet lang geleden hunue studiën in het licht deden ver^ schijnen en alzoo geacht kunnen worden hun stof verwerkt te hebben in een tijd, toen de hartstochten, opgewekt dooi het gewoel van den oorlog en door de scherpte van een te gelijker tijd gevoerden penne- strjjd, reeds lang tot bedaren waren gekomen. Wij willen dan ook gaarne aannemen dat onze Patriot, die een man van smaak is, eene goede keuze heeft gedaan, maar wij bejammeren het tevens, dat hij niet altijd melding heeft gemaakt van de titels dei' geraadpleegde boekwerken. In het algemeen is het niet te weerleggen, dat citaten slechts waarde ontleenen aan de waarde van de respectieve schrijvers. Maar afgescheiden daarvan, moet men mede- en tegenstanders de gelegeur

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 522