519 met 4 passen afstand marcheeren, elkander dadelijk oprijden. Bij de veld-artillerie is deze beweging, in stap zijnde, alleen mogelijk, wanneer de buitenste stukken gedurende het wenden den sterken draf aannemen, zoodat daardoor de binnenste stukken in stap kunnen blijven. Om de gesloten colonne van strekking te doen veranderen zou men m. i. op de volgende wijze geregelder te werk gaan. Commdos. Hoofd der colonne rechts (links). Op het commandorechts (links), commandeert de commandant der voorste sectie: Wendt rechts (links), waarop deze sectie de wending uitvoert, (volgens het hierboven aangehaalde). Zoodra het binnenste stuk der voorste sectie halt houdt, doen de binnenste stukken der middelste en achterste sectie dit ook. De andere stukken volgen het buitenste stuk der voorste sectie. Alle stukken zorgen steeds op vier passen afstand van het voorgaande stuk te blijven. De colonne op de stukken van het midden kan op gelijke wijze van strekking veranderen. Worden de hierboven voorgestelde wijzigingen (met nog vele andere daaruit voortvloeiende) in de exercitie-reglementen der Berg- Artillerie opgenomen, dan kan men eerst met recht van de sectie- en stukscommandanten verwachten, dat hunne sectiën en stukken ten allen tijde behoorlijk gericht en in onderling verband marchee ren. Doch er wordt toch steeds behoorlijk geëxerceerd bij de Berg- Artillerie, zullen enkele lezers luide opmerken. Dit is ook wel eenigs- zins het geval, maar die goede exercitie wordt dan ook alleen verkre gen door af te wijken van de exercitie-reglementen, en het spreekt van zelve dat afwijkingen steeds vermeden of althans hoogst zeldzaam toegepast moeten worden. Soerabaja. W. J. G. 1884, Dl. II. 33 Tot nu toe verwacht men dit ook van de sectie- en stukscommandanten, doch dit staat gelijk met het onmogelijke van iemand te vorderen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 532