526
gen wat minder contribueerendaarentegen zou men tot het logische
resultaat komen dat de gehuwden, dat zijn zij, die bij den bloei van het
fonds het grootste belang hebben en voor wie de instandhouding
eene levensquaestie is, ook geroepen worden, om voor de toekomst
hunner weduwe en kinderen alle krachten in te spannen, en hen
voor ellende te vrijwaren.
Brutus wil hierdoor geene huwelijks-manie beperken, want dat
wilde hij door n°. 1 bereikenhij wil daarentegen dat zij, die er 't meeste
bij gegadigd zijn, ook de meeste offers brengen en dus plat gezegd:
zelf het gelag betalen.
De maatregel onder 3 wordt hard genoemd. Dat moge zoo zijn,
maar nog harder is het, dat het geheele fonds ten gevolge eener
onevenredige bedeeling in gevaar geraakt om te gronde te gaan en
zoodoende alle gehuwden eenen onrustigen ouden dag en de weduwen
en kinderen eene toekomst vol ellende en armoede te bereiden. Het
harde van dergelijke maatregelen zou alleen bestaan wanneer men
de deelgerechtigden, thans in leven, wilde vermeerderendat geschiedt
nooit ofte nimmer bij zulke regelingenmaar voor hen die onder die
bepalingen deelgerechtigd worden, is daarin niets hards gelegen.'t "Was
voor ons oud-officieren ook hard, dat wij jaren achtereen 6°/0 heb
ben moeten betalen, dat wij bovendien 5°/0 aan een verhoogd pen
sioenfonds brachten en dat er dus ll°/0 van de toen nog lage trac-
tementen werd ingehouden. Dat alles hield in 1860 op, de contri-
butiën daalden toen in totaal tot 2°/0 en de aanspraken bleven de
zelfde. Niemand dacht toen en terecht aan hardheid of iets van dien
aard. De jonge officieren traden onder de nieuwe bepalingen in en
daarmede was 't uit.
Het door T. B. gewraakte voorbeeld had niet ten doel, om op
zulke uitzonderingen rekening te maken, maar 't moest dienen om
het onlogische, onrationeele, onmogelijke beginsel, dat bij de bedeelings-
schaal heeft voorgezeten, in 't licht te stellen. Men geeft er zich te
weinig rekenschap van dat jonge weduwen, voor een niet noemens-
waardigen inleg meermalen tot hoogen leeftijd pensioen blijven
genieten. Wij meenen te weten dat er in 1878 nog weduwen in
leven warendie in den Java-oorlog en kort daarna bedeelden
werden.