533
bewijzen geven niet geschikt te zijn voor den hoogeren rang, zoo zij
die na 20 jaren dienen, nog te bereiken hadden, zij die in den hoogeren
rang niet voldoen, zij die door eenen Raad van onderzoek schuldig
bevonden worden, enz.
Heeft T. B. in die zinsnede alleen physieke ongeschiktheid gelezen,
dan heeft zijne tegenwerping eenig raison d'etre, maar anders begrijpen
wij haar niet. Wij lieten den 20-jarigen diensttijd voor Regeering en
Legerbestuur facultatief, juist om te vermijden dat gepasseerde
officieren door zouden dienen. Terecht wordt dit doordienen af
gekeurd, zelfs voor het bekleeden van betrekkingen, die niet zoo
rechtstreeks tot het leger beho oren en die gelukkig, in Indië, weinig
gevonden worden.
Het behoud van gepasseerde officieren, in de gelederen vooral, is in
hooge mate schadelijk voor een leger en ondermijnt de goede hoe
danigheden, waaraan toch reeds groote behoefte bestaat. Het is een
vicieus gevolg van het door ieder goed militair gewraakte kasehan-
stelsel. Wij merken ter loops op, dat in het Oostenrijksche leger reeds
een 10-jarig pensioen, klein natuurlijk, bestaat en dat, naar wij meenen,
officieren zoowel als Regeering daarvan gebruik kunnen maken, terwijl
doordienen op hoogere pensioenen aanspraak geeft, 't Valt niet te
ontkennen dat deze korte diensttijd, schijnbaar nadeelig voor den
Staat, groot nut heeft, ook voor den officier. Wbrdt aan de eene
zijde daardoor het middel gegeven, om het korps officieren te zuiveren
van hen, die voor het métier eigenlijk niet geschikt zijn en als parasieten
zijn aan te merken, het geeft omgekeerd ook gelegenheid aan hen, die
zich in den militairen stand niet te huis gevoelen om op eenen nog
jeugdigen leeftijd van roeping te veranderen en zich niet gekluisterd
te zien aan eenen stand, dien zij niet hebben kunnen leeren liefhebben.
Het overdienen moet o. i. in rekening valideeren. Dat de jongere
officieren dat niet goed zouden vinden, is wel mogelijk, maar die
heeren zijn hier, juist door hunne jeugdige jaren en weinige onder
vinding, geen bevoegde beoordeelaars. Wij zijn van oordeel dat be
palingen, die eischen stellen, welke binnen het bereik van allen liggen
en die wederzijdsch voordeel aanbrengen, niet grondig te wederleggen
zijn en dat in geen geval tegen-argumenten ontleend mogen worden aan
begrippen van jonge officieren, die gewoonlijk in koor meer schreeuwen