542 digen, wij kunnen er geen genoegen mede nemen. Wij vorderen voor een leger, dat zulk een moeielijke en veelomvattende taak te vervullen heeft, meer dan stukwerk. Wij willen herziening der beginselen die niet meer deugen. Wij willen op eene onbekrompen en oordeelkun dige wijze zien tegemoet komen aan de vele grieven, die tot heden bestonden. Wij houden ons aan het motto van het vlugschrift en zullen geen amen zeggen, alvorens de hand daadwerkelijk aan den arbeid zal zijn geslagen, en eene algeheele regeneratie zal getuigen, dat de stemmen der vele roependen geene stemmen in de woestijn waren. Wij hopen dan ook spoedig meer uitgewerkte beschouwingen te zullen zien van de hand dergenen, die wij onze geestverwanten kunnen noemen en onder hen zal 't ons een feest zijn, ook den ge- achten T. B. in het tournooiveld terug te zien. Immers ook wij stellen ons nog voor eenige punten nader in be handeling te nemen, en zeer zouden we ons vergissen zoo wij dan T. B. niet weder zouden ontmoeten. Moge ook dan, gelijk thans, de geest van repliek en dupliek die blijven, welke wederzijdsche achting en waardeering ademt en houden we daarbij standvastig in het oog, dat wij strijden voor eene zelfde zaak, onder eene zelfde leus, voor het heil van het Nederlandsch-Indische leger, en daarmede voor het Vaderland. Brutus.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 555