545 van de officieren van de landmacht in Nederlandsch Indië" waren, met dat reglement, v/m den len Januari 1842 vervallen. Het her nieuwde fonds werd belast niet de overname der gebenificeerden, hier boven opgegeven. De schuld van 't vroegere fonds, begroot op ƒ450,000, werd door den staat overgenomen, en ten laste der Koloniale geld middelen gebracht. Door alle officieren in werkelijken dienst, waartoe gerekend werden zij die met verlof, op nonactiviteit of voor memorie waren, werd betaald eene gewone contributie van zes ten honderd van het volle activiteits-tractement. Gepensionneerde officieren betaalden die contributie van hun lands- en verhoogd pensioen. Zij werd ook geheven van alle toelagen, met uitzondering van fouragegelden (voor minder dan vier paarden), bureau- huur, bureau- of magazijnsonkosten en vivresgelden. Werd een In disch officier in Nederland gedetacheerd op een minder tractement dan het Indische, dan werd het verschil tusschen de contributie van dat tractement en het Indische, door de Regeering bijgepast. Bovendien werd betaald: 1. Het verschil tusschen het vorige en het verhoogde tractement, bij bevordering in rang of verhooging van tractement, over de eerste twee maanden waarin het verhoogde tractement werd genoten, en eene gelijke contributie van zoodanige inkomsten, die onder de bena ming van tafelgelden of toelagen aan eenige betrekking, waartoe een officier mocht geroepen zijn of worden, waren verbonden 2. Een vijfde gedeelte van de indemniteit voor huishuur door officieren genoten wordendeof van de voor hunne rangen bepaalde indemniteit voor huishuurindien zij van Gouvernementswege gehuis vest waren; 3. Zes ten honderd van alle gratificatiën, uit's Landskas verleend wordende aan officieren der landmacht. Vóór het aangaan van een huwelijk moest worden gestort een bedrag gelijk aan een jaar van 't pensioen, hetwelk der weduwe bij 't overlijden van den a. s. echtgenoot zou ten deel vallen, dit met eene verhooging van l°/0 wanneer de a. s. vrouw elf of minder jaren jonger was dan de man, 2 x 2 of 4°/0wanneer zij 12 jaren jonger was, 3 x 3 of 9°/0, wanneer zij 13 jaren jonger w as en zoo vervolgens.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 558