546
Bij rangsverhooging van gehuwden moest worden gestort het ver
schil tusschen het pensioen der weduwe, verbonden aan den nieuwen
rang van den echtgenoot, en dat hetwelk haar bij diens overlijden
in den vorigen rang zoude zijn ten deel gevallen, zulks met verhoo
ging wanneer de man ouder was dan de vrouw.
De beperkende bepalingen op het stuk van huwelijken werden
streng gehandhaafd.
Ieder officier, ook de gepensionneerde, die een huwelijk wenschte
aan te gaan, moest bewijzen van gegoedheid [bezit van vaste goederen
of hypothecaire inschrijvingen op vaste goederen tot een bedrag van
10,000.overleggen en deponeeren alvorens te kunnen trouwen.
De pensioenen werden vastgesteld:
voor de weduwe van een Luitenant-generaal op 'sjaars f 1000.
Greneraal-majoor 900.—
Kolonel 800.—
Luitenant-kolonel 700.—
Majoor 700.—
Kapitein 600.—
le of 2° Luitenant 500.—
een en ander met gratificatiën of onderstanden, voor ieder kind eener
niet-hertrouwde weduwe, het aantal van drie te bovengaande, van 's
jaars 100; iedere wees uit een huwelijk tot en met het getal van
twee, 3 van het pensioen dat de moeder zou zijn ten deel gevallen,
terwijl bij een grooter aantal dan twee weezen, het volle pensioen
werd uitgekeerd. Voor ieder kind eener hertrouwde weduwe, de
helft van het laatst genoemd bedrag.
(b.) Te rekenen van den len Januari 1843 werd afgeschaft de kor
ting van een vijfde van het bedrag der indemniteit voor huishuur of
van t geen daarvoor zou zijn te goed gedaan, wanneer officieren
niet van gouvernementswege waren gehuisvest.
Te rekenen van 1 Januari 1843 werden de pensioenen verhoogd
tot op
f 1300.'s jaars voor eene Luitenant-generaals weduwe;
1200.Generaal-majoors
1100.— Kolonels
1000.Luitenant-kolonels